Dankzij Powned weten wij wat er leeft in het deel van de samenleving dat niet bij Op 1 aan tafel zit
Vorige week was ik aanwezig bij een programma van de EO waar ook een vertegenwoordiger van Powned was uitgenodigd. Het ging onder meer over die kerkgangers op Urk en in Krimpen die een journalist hadden geschopt of geslagen. De vertegenwoordiger van Powned vond dat geweld van kerkgangers uitermate ongepast. ‘Je mag boos zijn op journalisten, je kunt ze eventueel uitschelden, ook niet netjes, maar je blijft wel van ze af. Dat is de grens.’ Vanzelfsprekend werd Powned die avond gewezen op zijn journalistieke stijl. Als je mensen grof en beledigend aanspreekt, moet je niet zeuren als er één een tik uitdeelt, ook al blijft dat ongepast.
Op weg naar huis had ik volop de tijd om die journalistieke huisstijl van Powned nog wat verder te overdenken.
Want die aanmatigende toon en de botheid van hun journalisten in combinatie met een gespeend zijn van enig gevoel voor waardigheid en gepastheid irriteert mij al jaren. Powned staat bij mij voor opruiende journalistiek. Het is ideaalloos. Met hun berichtgeving wordt geroerd in een kruitvat in de hoop dat het ontploft waar de journalist bij staat. Mooie televisie in Powned-termen betekent een rel die uit de hand loopt of televisie waar een rel uit voortkomt.
Deze journalistieke stijl botst met de waarde-geladen journalistieke theorie die ik tijdens mijn studie heb leren kennen. Journalistieke vrijheid werd in die theorie gekoppeld aan verantwoordelijkheid. Vrije nieuwsgaring had volgens die theorie ten doel burgers te informeren over de ontwikkelingen in de samenleving. Met die informatie worden zij in staat gesteld om bij te dragen aan een goede samenleving. De vrije pers maakt burgerschap mogelijk.
Powned staat bij mij voor ideaalloze journalistiek.
Ik vind het nog steeds een mooie theorie. Ergens verwacht ik van journalisten dat zij bijdragen aan beschaving. Een beetje journalist opent je ogen voor je naaste. Degene die zijn macht misbruikt of degene die daar het slachtoffer van is. Een goed artikel roept compassie op of morele verontwaardiging. Bij ons op school heeft de journalistiekopleiding een eigentijdse variant op die theorie ontwikkeld door in een visiestuk het begrip ‘betrokken journalistiek’ centraal te stellen. Dat vond ik ook mooi. Journalisten zijn geen buitenstaanders of neutrale waarnemers. Betrokken verslag doen betekent dat je je verantwoordelijk weet. Dat je je verhoudt tot wat je beschrijft, wie je in beeld brengt en aan wie je het laat lezen of zien.
Nou, dacht ik, daar hebben ze bij Powned nog nooit aan gedacht. Zij verhouden zich tot de wereld zoals omstanders zich verhouden tot de hanen bij een hanengevecht. Wreed, ophitsend en meedogenloos. En in gedachten kwamen enkele reportages bij mij boven. Niet alleen de journalisten vloeken, de kleur van hun microfoon doet het ook, dacht ik.
verongelijkt
Ergens ter hoogte van Amersfoort realiseerde ik mij opeens dat de toon van Powned niet alleen bot is, maar ook volks. Daarop door mijmerend realiseerde ik mij dat Powned niet zozeer informatie verschaft in zijn reportages maar intussen wel aan het licht brengt wat er leeft in de onderlaag van de bevolking.
Die bewuste reportage op Urk ging niet over Urk maar over de woede en frustratie van mensen die ervan balen dat zij thuis moeten zitten, terwijl Urkers gebruikmaken van hun recht op godsdienstvrijheid. Powned is de omroep die de verongelijktheid in Nederland voor het voetlicht brengt. De volkswoede. Waarom mogen zij wel en wij niet? Powned laat zien wat er leeft aan frustratie, angst en onbehagen. Sterker nog, de journalisten vertolken die stem van de straat. Die Urker die die journalist van de sokken reed, viel zo bezien geen journalist aan maar in die journalist een randstedelijke bouwvakker die naar de kroeg wilde zoals die Urker naar de kerk.
En opeens werd Powned mij sympathieker. Het heeft in elk geval een functie, juist in een democratie. Dankzij Powned weten wij wat er leeft in dat deel van de samenleving dat niet bij Op 1 aan tafel zit. Het deel van de bevolking dat nooit geïnterviewd wordt. Niet per se de hardwerkende Nederlander. Wel de ontevreden en mokkende Nederlander. We kunnen er maar beter veel naar kijken en luisteren.