Je zou het niet zeggen als je me zag zitten in mijn pipowagen. Aan mijn bureau met pennen en potloden, een plant en een thermosfles met thee. De lampjes aan, uitzicht op een steeds donkerder wordende weide. Riethalmen wiegend in de wind. Een kukelende haan in de verte en het spijkerschort met olieverfvlekken van mijn kantoorgenoot aan de deur. Allemaal heel concreet en grijpbaar. Zo ziet het er hier uit, en zo voelt het ook.
Ik, dit wagentje op wielen dat helemaal niet rijden kan, de dieren, boer Jan die altijd zomaar kan binnenvallen, de moestuin van Joël waar ik zo ongeveer in stap als ik de deur opendoe en waar snijbiet en kool in staat. Het is hier vredig en het is goed. En ik zou eindeloos kunnen vertellen over poten en kluiten..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .