Ik stond nog geen twee minuten op Nederlandse bodem toen iemand zei: ‘Dat kan echt niet.’ Het waren de woorden van een stewardess nadat ik met mijn man en kinderen op een uitgestorven Schiphol het cabinepersoneel was gepasseerd. Ze verwees naar de blote voeten van mijn middelste. Ik heb er niet op gereageerd want in Zuid-Afrika is ‘kaalvoet’ lopen de normaalste zaak van de wereld, dus ze kon al blij zijn dat de meerderheid van ons gezin schoenen aan had.
Toch zette haar opmerking me aan het denken. Waarom kan mijn kind volgens haar niet op blote voeten lopen? Waarom moet ze daar iets van vinden of zeggen? Wie bepaalt eigenlijk wat wel of niet kan?
In de tijd dat ik in Zuid-Afrika woonde, hoorde ik van Nederlanders wel vaker wat wel en niet..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .