Moeten we ons niet ook heel druk maken over het kwetsbare geboren leven?
‘Het was allemaal anders’, zei een jongen zaterdag bij de Mars voor het Leven. Waar we normaal met duizenden de Mars zouden lopen, konden nu slechts vijftig mensen meedoen. Het was bovendien niet mogelijk te lópen. Belangstellenden zagen via de livestream een stille, stilstaande Mars.
Hoewel met weinigen, we wisten dat veel mensen ons steunden. Als voorzitter van SGP-jongeren mocht ik onze trouwe achterban vertegenwoordigen: jongeren die andere jaren zouden meelopen en busvervoer organiseerden voor wie wilde meedoen, om op die manier een stem te zijn voor de 30.000 ongeboren levens, elk jaar.
De beweging voor het leven groeit. Elk jaar lopen nieuwe mensen mee in de strijd voor het ongeboren leven. Dat is bemoedigend. Zeker toen vorig jaar bleek dat meer jongeren dan vroeger zich afvragen of abortus wel een normale zaak is. Waar de Mars voor het Leven in het verleden geregeld de nieuwsmedia niet bereikte, blijkt ze tegenwoordig een beweging die niet meer genegeerd kan worden. Dat is meer dan terecht.
pijn
Vrijheid is niet onbegrensd en het kwetsbare leven verdient bescherming. Het doet mij bijvoorbeeld pijn als ik een vrouw in haar nood de toevlucht zie zoeken tot een abortus. Het doet me pijn als ik de beelden zie van een leven in wording, waarvan je weet dat het in de knop gebroken wordt. Het doet me pijn om het getal 30.000 te horen.
Tegenstanders van de prolifebeweging focussen vooral op ‘het verworven vrouwenrecht’. Dat lijkt het einde van alle tegenspraak. Mooi vond ik dat Diederik van Dijk (NPV) niet sprak over baas in eigen buik, maar over ‘een baasje in mijn buik’. Dat laat de kwetsbaarheid en de uniciteit van het ongeboren leven zien.
De aandacht voor de vermeende intimidatie bij de abortusklinieken is in mijn ogen disproportioneel. Intimidatie vind ik ook fout, maar afgelopen zaterdag sprak ik diverse wakers die op een liefdevolle manier het gesprek proberen aan te gaan met een moeder. En dan hoor je lang niet altijd verhalen over een vrouw die haar zelfbeschikkingsrecht gaat gebruiken om haar kindje weg te halen. Het zijn eerder verhalen over kwetsbare vrouwen, die om elke reden dan ook, het gevoel hebben dat het ‘niet uitkomt’ of die hier geen uitweg uit weten. De discussie over abortus is springlevend en staat op de agenda.
‘We kunnen ‘goed’ zijn op onze luxe bank.’
Wellicht heeft u ook geld gegeven voor de campagne van de Week van het Leven. Er was zo veel geld, dat er ook deze week nog aandacht voor het kwetsbare leven gevraagd kon worden. Wellicht hebt u meegekeken met de livestream van de Mars, omdat u voorgaande jaren meeliep. Ja, er is (gelukkig) veel aandacht voor de goede zaak. Toch bleef ik ergens met een vreemd gevoel achter. We kunnen ‘goede’ christenen zijn vanaf onze luxe bank, onze plicht doen door een keer mee te lopen en verder op afstand blijven staan. Dat is eigenlijk te makkelijk.
armoede
Moeten we ons naast de zorg voor het kwetsbare ongeboren leven ook niet heel druk maken over het kwetsbare geboren leven? En dan niet alleen vanaf de bank, maar actief. Naast handen vouwen ook handen uit de mouwen. We plannen onze dagen helemaal vol, maar zijn we ook zelf bezig voor onze kwetsbare medemens? Denk aan de daklozen, wellicht zelfs in je eigen stad. Die man waar je elke dag langsloopt. Kun je die onbezorgd laten zitten? Of dat gezin dat van armoede weinig kan besteden en naar de voedselbank moet? Dat speelt zich soms heel dichtbij af. Het zou goed zijn als we allemaal, u en ik, een manier zoeken om ons in de praktijk actief in te zetten voor de mensen, ook als ze geen christen zijn. Zodat we een ziel voor de wereld kunnen zijn. Een zoutend zout, ook als christenen soms in de hoek zitten waar de klappen vallen, denk aan recente discussies. Want zal Jezus ook van ons zeggen: ‘Voor zoveel gij dit een van Mijn minste broeders gedaan hebt, zo heb gij dat Mij gedaan?’