Verwoestende wervelwinden
Een tornado is een trechtervormige slurf onder een buienwolk, veelal een onweerswolk. Het fenomeen wordt in het Engels ook wel een twister genoemd. In Nederland spreken we van een windhoos of een wervelwind. Ze zijn zo gevaarlijk door hun kracht. De slurf wervelt meestal rond met een snelheid van 120 tot 250 kilometer per uur. Er zijn zelfs windsnelheden gemeten van meer dan 400 kilometer per uur.
De meeste tornadoslurven maken maar een paar minuten contact met de grond en leggen minder dan een kilometer af. Het spoor van vernieling dat zo’n wervelwind trekt, is vrij smal: een pad van 250 tot 500 meter breed. Krachtige tornado’s kunnen 3 kilometer breed worden en over tientallen kilometers een ravage aanrichten.
Tornado’s komen het meeste voor in het centrale deel van de Verenigde Staten, in een regio die bekendstaat als Tornado Alley (tornadosteeg). Ze ontstaan vooral in de maanden april, mei en juni. Amerika telt gemiddeld zo’n 1000 twisters per jaar, maar er zijn uitschieters zoals in 2011. Alleen al op 27 april werd er toen een recordaantal van 226 tornado’s geregistreerd. Dat jaar kostten wervelwinden honderden mensen het leven. De krachtigste tornado in de Amerikaanse geschiedenis was de zogeheten Tri-State tornado. Die trok over de staten Missouri, Illinois en Indiana, in maart 1925, en kostte 695 mensen het leven.
Een tornado ontstaat letterlijk door een samenloop van omstandigheden. In de Verenigde Staten komen ze voor wanneer vochtige, warme lucht vanuit de Golf van Mexico, droge woestijnlucht uit Mexico en koude lucht uit Canada met elkaar in aanraking komen en hevige, roterende onweersbuien opleveren. Toch ontstaat er maar in zo’n 10 tot 20 procent van de gevallen een tornado uit zo’n superonweersbui. Hoe dat komt? Weerkundigen proberen al jaren het antwoord op die vraag te vinden door allerlei metingen te verrichten in superonweersbuien en wervelvinden.
bron: KNMI, EuronewsNaast de gangbare tornado’s, bestaan er waterhozen en vuurkolken.
Een waterhoos ontstaat wanneer de slurf van een windhoos het wateroppervlak raakt en water opzuigt. In Nederland komen er jaarlijks tientallen voor boven de Noordzee, de Waddenzee en het IJsselmeer, vooral in de tweede helft van de zomer en het najaar. Zodra een waterhoos boven land komt, verliest hij gewoonlijk zijn kracht.
Een vuurkolk of vuurtornado kennen we in Nederland eigenlijk niet. Ze ontstaan veelal in wervelende lucht boven een natuurbrand, zoals bosbranden in Australië en Californië. Zo’n vurige slurf kan een temperatuur bereiken van 1000 graden Celsius. Meestal wordt een vuurkolk enkele tientallen meters hoog en dooft binnen enkele minuten uit.
Voor de hevigheid van een aardbeving gebruiken we vandaag de dag de schaal van Richter, windkracht wordt uitgedrukt in Beaufort. Voor de sterkte van een tornado gebruiken wetenschappers de schaal van Fujita, opgesteld door de Japanse meteoroloog en natuurkundige Ted Fujita. Omdat de oorspronkelijke schaal niet meer voldeed, werd in 2007 de verbeterde Fujitaschaal ingevoerd, met de categorieën EF-0 voor zwakke twisters tot EF-5 voor de meest verwoestende.
EF-0 en EF-1 betreft tornado’s met windsnelheden tot 178 kilometer per uur. Die veroorzaken niet al te veel schade, zoals afgevallen takken en weggewaaide dakpannen.
EF-2 en EF-3 tornado’s bereiken windsnelheden tussen de 179 en 266 kilometer per uur. De schade die ze veroorzaken, is aanzienlijk: bomen worden ontworteld, daken vliegen van huizen, auto’s en zelfs treinstellen worden de lucht in gezogen en storten weer neer.
De tornado die Alabama begin maart trof, viel in de categorie EF-4. Zo’n wervelwind – met windsnelheden tussen de 267 en 322 kilometer per uur – kan huizen en andere gebouwen volledig met de grond gelijkmaken.
De meest krachtige, EF-5 tornado’s bereiken windsnelheden boven de 322 kilometer per uur. Zo’n windhoos kan gebouwen in puin leggen, bruggen wegslaan en auto’s meer dan anderhalve kilometer verplaatsen.
bron: EuronewsHoogstwaarschijnlijk heeft een tornado op 1 augustus 1674 een deel van de Utrechtse Domkerk in puin gelegd. Sindsdien zijn toren en schip van elkaar gescheiden.
Op het Domplein geven klinkers nu aan waar de pilaren van het middenschip ooit stonden. Dat er sprake moet zijn geweest van een wervelwind, hebben meteorologen en historici afgeleid uit wat Utrechters optekenden in hun dagboek en wat kunstenaars hebben vastgelegd in tekeningen en gravures. ‘Het noodweer maakte zoveel indruk dat menig dagboekschrijver er uitgebreid aandacht aan heeft besteed’, meldt het KNMI.
‘Op de bewuste dag was het een warme en benauwde zomerdag. Er trok een bijzonder actief en omvangrijk buiengebied van zuidwest naar noordoost over ons land. Dat ging met een snelheid van zo’n 80 kilometer per uur.’ Onder zulke omstandigheden kunnen zich de zwaarste buien ontwikkelen, weten meteorologen. Ze schatten dat de slurf van de wervelwind met een snelheid van 150 kilometer per uur door het hart van Utrecht trok. Ook andere kerktorens in en rond de stad Utrecht raakten zwaar beschadigd door het noodweer: de Jacobitoren verloor zijn spits en de carillontoren met ranke torenspits van de kerk in Vleuten stortte helemaal in.
Ieder jaar doen zich in ons land windhozen voor, maar tornado’s zoals in de Verenigde Staten zijn hier zeldzaam. Op 1 juni 1927 trok een windhoos met een kracht van F4 over het Gelderse Neede. Op 25 juni 1967 richtte een tornado met kracht F3 verwoesting aan in het Brabantse Chaam en het Betuwse Tricht.