Waals inferno: rennen met de hitte in de rug
,,Er was nog maar één mogelijkheid: rennen, rennen, rennen. De achthonderd meter. Met de hitte in mijn rug.'' Met moeite krijgt de 45-jarige politieagent uit Ghislenghien het uit zijn mond. Zwaar verbrand aan hoofd en armen ligt hij in het Madeleine-ziekenhuis van het nabijgelegen Ath. Zich nauwelijks realiserend dat hij het Waals inferno van gisterochtend wel heeft overleefd. ,,Zo'n vuur. Het was zo vreselijk intens.''
Naam en toenaam brengt hij liever niet naar buiten. Evenmin als zijn even hevig verbrande 40-jarige kompaan. De twee weten nog niet hoeveel collega's zij moeten missen. Onder de voorlopig vijftien doden van de twee hevigste gasexplosies uit de recente Belgische geschiedenis bevinden zich vooral politiemensen, brandweerlui en medewerkers van het nutsbedrijf, die gisterochtend in actie kwamen, omdat het op het industrieterrein van Ghislenghien zo naar gas rook.
Terwijl de brandweer een deel van het bedrijventerrein probeert af te bakenen, vindt kort voor negenen een eerste ontploffing plaats. Gevolg van een lek in een gasleiding onder het industrieterrein van Ghislenghien, mogelijk door een boorfout. Daarop volgt korte tijd later een tweede, zeer zware knal. De explosies veroorzaken een vuurzee, die volgens ooggetuigen wel honderd meter hoog is.
De Waalse regionale minister voor Binnenlandse Aangelegenheden, Courard, bevestigt de enorme omvang van het vuur. Als een van de weinigen mocht hij een uur later het terrein op. ,,En ik zag er torenhoge bouwkranen, die tot zelfs in de top nog in brand stonden.''
Apocalyps
Het vuur blijft volgens radeloze omstanders ruim een halfuur branden. De hitte is zo zwaar, dat zelfs op de verderop gelegen autosnelweg Brussel - Doornik passerende automobilisten brandwonden oplopen. Enkelen laten hun auto in opperste nood langs de weg staan om zich rennend door de velden te redden.
Courard vertelt verder over een soort van apocalyps. Op het terrein, dat verder zorgvuldig blijft afgegrendeld, liggen zwaarverbrande, volledig zwarte lichamen. De Belgische minister van Defensie Flahaut, die onmiddellijk legerhelikopters inzet voor het vervoer van de ruim honderd gewonden, heeft het over een nieuw, net opgeleverd nabijgelegen fabrieksgebouw dat ,,gewoonweg gesmolten'' is. Het heet een geluk bij een ongeluk dat de 250 medewerkers nog niet in de fabriek van slijpstenen Diamant Board aan de slag waren.
Rond vier uur in de middag lijkt de omgeving van het Madeleine-ziekenhuis in Ath eerder op een locatie uit Oliver Stone's Vietnam-film Platoon. Helikopters vliegen af en aan voor het transport van zwaargewonden. Ruim 45 personen hebben zware brandwonden. Vanuit Ath vliegen zij naar speciale ziekenhuizen in het net over de grens gelegen Lille, Parijs, Brussel en Luik.
Een ontzette specialist spreekt over het ongewoon hoge aantal zwaarverbrande gewonden. ,,Normaal heb je een aantal lichtverbranden, een even groot aantal met iets zwaardere brandwonden en slechts enkele zeer zwaarverbrande personen. Nu lijkt het alsof de meeste slachtoffers heel zware brandwonden hebben'', vertelt hij aan de bezoekende bewindsman Flahaut.
Het echte drama van Ghislenghien is een straat verderop waar te nemen. In de brandweerkazerne vallen brandweermannen en nabestaanden van overleden of nog vermiste collega's elkaar snikkend in de armen. Het dodental bedraagt volgens Flahaut op dat moment ,,zeker vijftien''. Het Belgische ministerie van Volksgezondheid bevestigt dat tien lijken zijn geborgen. Het maakt voor Ghislenghien, juist een van de weer oplevende centra in het economisch geteisterde Wallonië, een gitzwarte dag niet minder zwart.