'Zo lukt integratie niet'
DEN HAAG - Het adviesorgaan RMO kraakt harde noten over het integratiebeleid van minster Verdonk. Ten onrechte wordt allochtonen onwil verweten. ,,Zij zien ons niet, zij alleen zien buitenlander, buitenlander.'' Achmet en zijn vrouw Gülten zijn onlangs teruggekeerd naar Iraaks Koerdistan.
Ze spraken allebei Nederlands, hadden elk een baan en Gülten deed mee aan de kerstsamenzang in haar Rotterdamse wijk. Toch voelden ze zich steeds minder welkom in Nederland. ,,Nederlanders moeten de buitenlanders niet, dat zag je op tv en dat merkten we zelf.''
Met het relaas van Achmet en Gülten wilde professor Talja Blokland, lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), aangeven dat het niet goed gaat met de integratie in Nederland. Ze bood gisteren het RMO-rapport Niet langer met de ruggen naar elkaar. Een advies over verbinden aan minister Verdonk aan. Het leverde een verbale botsing op tussen de twee dames.
De minister had zich al voorbereid op een kritisch advies en gaf tegengas. ,,Binding heeft ook te maken met willen. De RMO heeft daar moeite mee, ik niet. Allochtonen bij de samenleving betrekken is ook een zaak van loyaliteit.'' Verdonk ontkende dat de nadruk op culturele verschillen de aandacht voor sociaal-economische problemen wegdrukt. In Nederland zijn in het integratiebeleid jarenlang de rechten van de nieuwkomers beklemtoond. Nu is de tijd aangebroken te wijzen op de plichten: waar heb je je aan te houden?
In dat verband werd gisteren de Rotterdamcode ter sprake gebracht. Een onderdeel daarvan is de regel dat op straat Nederlands wordt gesproken. Verdonk omarmde die code als bruikbaar voor het hele land. Blokland op haar beurt ziet het probleem wel wanneer zeven Marokkaanse jongens in de tram in het Marokkaans praten en een oude Nederlandse vrouw zich daar niet prettig bij voelt. ,,Is zo'n Rotterdamcode dan kansrijk? Ons advies laat zien van niet.''
Binnenland: Integratie moet normaal worden