Rellen bij herdenking Boedapest
BOEDAPEST - Overschaduwd door een nationale politieke crisis en te midden van opgeheven wapenstokken, traangas en rubberkogels heeft Hongarije maandag de opstand uit 1956 tegen de communisten herdacht.
De officiële ceremonie in de hoofdstad Boedapest werd bijgewoond door tientallen staatshoofden en regeringsleiders, onder wie minister-president Jan Peter Balkenende. Hij legde net als andere hoogwaardigheidsbekleders een witte roos bij een monument bij het parlementsgebouw. De officiële herdenking was er een van vele in het land. Ook de komende dagen zijn er nog veel ceremonies gepland. De wereld was vijftig jaar geleden geschokt getuige van de grootste opstand tegen de communistische overheersing van Oost-Europa. Circa 200.000 mensen gingen de straat op. De revolutie, die op 23 oktober 1956 begon, werd na bijna twee weken bloedig onderdrukt door de Sovjettroepen, met duizenden doden en een grote vluchtelingenstroom als gevolg. De hoge gasten namen maandag een Verklaring van Boedapest aan, waarin het recht op vrijheid symbolisch werd onderstreept.
Niet ver van deze plichtplegingen roerden de politieke oppositie en relschoppers zich in de straten. Die willen de herdenkingen aangrijpen om hun onvrede te uiten over de huidige politieke situatie in Hongarije, die de bevolking tot op het bot heeft verdeeld. Op verscheidene plaatsen zette de politie maandagmiddag waterkanonnen en traangas in om betogers uiteen te drijven. Ooggetuigen meldden dat de oproerpolitie met rubberkogels schoot. Diverse manifestaties voor maandagavond werden afgeblazen. Volgens de Nederlander Peter van Staalduine, die in Boedapest werkt voor een multinational, was de stemming in het centrum tegen de avond enigszins grimmig. Naar zijn zeggen zijn er ook enkele gewonden gevallen, die per ambulance werden afgevoerd. ,,Er gaan hier verhalen dat er zeker 10.000 betogers op de been zijn, maar dat lijkt me zwaar overdreven. Een paar duizend zijn het er'', zei hij maandagavond tegen het ANP. Volgens de Nederlander, die in het centrum woont, had de politie de situatie ogenschijnlijk onder controle.
In Hongarije is het al weken onrustig. De socialistische premier Ferenc Gyurcsany en de oppositie staan lijnrecht tegenover elkaar. De oppositie, die de officiële ceremonie maandag boycotte, eist het ontslag van de eerste minister, die heeft toegegeven dat hij over de staat van de economie heeft gelogen om de nationale verkiezingen in april te winnen. De premier zelf heeft gezegd dat hij nu vooral schoon schip wil maken. Hij weigert op te stappen.
Al in de nacht op zondag op maandag kwam de politie in actie. Honderden demonstranten, van wie velen extreem rechtse sympathieën koesteren, werden verwijderd van het plein voor de volksvertegenwoordiging. Het staatspersbureau MTI meldde dat de politie de wapenstok gebruikte tegen betogers. Ongeveer tien actievoerders liepen verwondingen in het gezicht op. De politie arresteerde verscheidene mensen.