Pleeggezin soms gevaar voor pleegkind
DEN HAAG - In psychiatrische klinieken worden enkele tientallen kinderen en volwassenen behandeld die door - één van - hun pleegouders zijn misbruikt. Dat blijkt uit een rondgang langs de klinieken.
Sommigen van hen waren juist bij pleegouders ondergebracht omdat ze door hun ouders of andere familieleden waren misbruikt. Volgens behandelaren schiet de controle op pleegouders tekort. Mensen met slechte bedoelingen kunnen vrij makkelijk pleegouder worden, constateert therapeut Paul Wolbink van GGZ Midden-Brabant. Pleegzorginstanties zijn volgens hem niet alert genoeg op seksueel misbruik. ,,Vage signalen die kunnen wijzen op aanranding of verkrachting van de pleegkinderen, worden niet of te laat onderzocht'', zegt hij.
Bij de minste twijfel tegen een pleegouder zouden kinderen al uit het gezin moeten worden geplaatst, vindt Wolbink. Het gezin moet dan als pleegadres worden afgeschreven. Officiële cijfers van het aantal slachtoffers ontbreken, omdat het probleem nooit is onderzocht. Maar op basis van een rondgang langs klinieken die slachtoffers in behandeling hebben mag worden aangenomen dat het aantal in de tientallen loopt. Veroordelingen zijn er maar weinig, omdat het vergrijp moeilijk valt te bewijzen; het komt ook vaak pas jaren later aan het licht.
Tekort
Nederland kampt met een tekort aan pleegouders. Aspirant-pleegouders mogen niet in de dossiers van de Raad voor de Kinderbescherming voorkomen en geen strafblad hebben. Dit systeem is niet waterdicht, zegt Wolbink: ,,Je kunt er een puinhoop van maken als ouder zonder geregistreerd te staan.'' Voor het kind wordt geplaatst, krijgen pleegouders een training van zeven avonden van hun pleegzorginstantie. Daar leren ze wat het voor hun en hun gezin betekent om voor een pleegkind te zorgen. Halverwege volgt een persoonlijk tussengesprek.
De training wordt ook afgesloten met een individueel gesprek. Dan moet duidelijk zijn of de ouders geschikt zijn. ,,Het komt een enkele keer voor dat een intelligent persoon ons om de tuin leidt'', geeft René de Bot van Pleegzorg Nederland toe. ,,Op de zestienduizend plaatsingen gaat het wel eens fout.'' De maatschappelijk werker die de kinderen begeleidt, komt volgens De Bot gemiddeld eens in de zes weken langs.
Carlijn de Roos, behandelcoördinator van het Leidse 'traumacentrum' van GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen, meent dat de selectie van pleegouders kan verbeteren door met een lijst te werken die risicofactoren voor kindermishandeling in kaart brengt. Deze systematische risicotaxatie gebruikt Pleegzorg Nederland niet. De instelling voelt er ook niets voor. ,,We willen mensen niet bij voorbaat heel wantrouwend tegemoet treden.'' De Inspectie Jeugdzorg begint komende zomer een onderzoek naar de pleegzorg. De inspectie wil zowel de screening van pleegouders als de zorg van de kinderen na plaatsing tegen het licht houden.