Minister De Jonge: ‘Geen enkel nabij contact; dat is voor niemand vol te houden’

Sint Willebrord
Mevrouw Vink (79) staat minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) al op te wachten in het Brabantse dorp Sint Willebrord. Ze heeft haar 83-jarige echtgenoot al ‘zes, zeven weken’ niet meer gezien. En dat terwijl ze hem normaal gesproken elke middag bezoekt. Toch heeft ze begrip voor het bezoekverbod dat het kabinet op 19 maart afkondigde. ‘Helemaal.’ Vandaag is De Jonge er getuige van dat het echtpaar elkaar weer ontmoet. Door een raam; dat wel. Lokale ondernemers hebben pal voor het verpleeghuis een mobiel huisje neergezet: ‘t Buurtkorfke. De bewoner wordt aan de ene kant naar binnen gebracht; de familie gaat via de andere kant - vanaf de parkeerplaats.
‘Geweldig hè?’, zegt De Jonge. ‘Dit vind ik nou echt mooi: lokale ondernemers die vragen wat ze kunnen doen, en een activiteitenbegeleidster die niet rust totdat ze een creatieve oplossing heeft gevonden.’ De minister luistert mee als het echtpaar Vink via de microfoon een gesprek voert. ‘De inzet van de mensen in de verpleeghuiszorg is zo hartverwarmend’, zegt hij. ‘Op alle fronten. Want behalve hartverwarmende, hoor ik ook hartverscheurende verhalen.’ Heidestede is tot nu toe coronavrij gebleven; wel worden op een hermetisch afgesloten vleugel die tot de crisis leegstond, nu dementerende coronapatiënten van elders verzorgd. En hoewel het bezoekverbod er flink inhakt, was bestuurder Marjolein de Jong van het verpleeghuis in Sint Willebrord vorige week toch blij dat de maatregelen werden verlengd. ‘We houden het virus niet in de hand als we het bezoekverbod nu al zouden verruimen.’
nog geen vaccin
Niettemin denkt minister De Jonge na over versoepeling. ‘Uiteindelijk zijn we pas goed beschermd als er een vaccin is tegen het coronavirus, maar dat laat nog zeker een jaar op zich wachten. En dát zou al heel snel zijn’, zegt hij. ‘Je kunt in verpleeghuizen niet nog een jaar de huidige bezoekersregeling handhaven, waarbij mensen geen enkel bezoek kunnen brengen aan hun partner, vader of moeder. Geen enkel nabij contact; dat is voor niemand vol te houden.’
Hij vindt dat veel verpleeghuizen - zoals hier in Sint Willebrord - ‘ontroerend mooi werk doen’, door ervoor te zorgen dat hun bewoners bijvoorbeeld kunnen beeldbellen of ‘balkonbezoek’ krijgen. ‘We zullen de bezoekersregeling stapsgewijs zó moeten aanpassen dat je nog steeds het medisch noodzakelijke doet, maar het wel menselijker wordt. We werken nu aan een nieuwe bezoekersregeling, met specialisten ouderengeneeskunde, ethici, en bestuurders en verpleegkundigen uit de verpleeghuiszorg.’ De Jonge zegt dat de huidige, strenge regeling heeft gewerkt. ‘Op een flink aantal verpleeghuislocaties - zo’n negenhonderd - is sprake van besmettingen. Maar er komen nu vrijwel geen nieuwe locaties meer bij. Hoe naar ook, je ziet dus dat het heeft gewerkt. Het is voor mij een van de moeilijkste dilemma’s van deze crisis: wat doe je mensen aan door een zo’n regeling in te stellen, maar ook: wat zou je ze aandoen door dat níét te doen?’
Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) spreekt met bewoners van Centrum voor Wonen en Zorg Heidestede. anp / Marco de Swart
Er zijn mensen die zich afvragen wat erger is: dat verpleeghuisbewoners hun geliefden niet kunnen zien, of dat ze de kans lopen besmet te raken met het coronavirus.
‘Maar toch: dat beslis je niet alleen voor jezelf. Als het virus eenmaal binnen is, houdt het op een verpleeghuislocatie vaak enorm huis. Dus al zou je individueel de afweging maken om je partner of ouder wél te bezoeken, dan moet je ook afwegen of dat verantwoord is voor die héle groep bewoners. Want in een verpleeghuis leven mensen dicht op elkaar. Daarom moeten we zo streng zijn, ook al voelt dat heel onnatuurlijk. Zeker omdat veel verpleeghuisbewoners in de laatste maanden van hun leven zitten, en er eigenlijk geen tijd meer aan het leven kan worden toegevoegd, maar wel kwaliteit. Dus moeten we zoeken naar een verstandige oplossing, en die stap gaan we nu ook zetten.’
De Jonge blijft tijdens het hele werkbezoek buiten, afgezien van het moment dat het echtpaar Vink elkaar ontmoet in ‘t Buurtkorfke. De minister loopt rond het verpleeg- en verzorgingshuis, en treft er op afstand verschillende bezoekers. ‘Het virus is hier buiten de deur gebleven, hè’, vraagt hij. ‘Nog wel’, reageert een bewoonster. Bestuurder Marjolein de Jong vertelt dat het spannende weken zijn geweest. Op een aantal andere locaties van dezelfde zorggroep waren wel virusuitbraken. En de voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen was penibel.
Is de coronadreiging in verpleeghuizen in het begin wel goed aangepakt? Er zijn veel klachten over het gebrek aan beschermingsmiddelen en het voorschrift dat zorgmedewerkers bij lichte klachten toch moesten doorwerken.
De Jonge: ‘In alle fasen van deze crisis moeten we beslissingen nemen in de omstandigheden van dat moment, met de feiten en adviezen van dat moment - maar ook met de schaarste van dat moment. Het is altijd goed om terug te kijken. Ik denk alleen dat we nog een tijd verder moeten zijn in de aanpak van het virus, om scherp te krijgen of we op de juiste momenten het goede hebben gedaan. Ik hoor weleens zeggen dat zich in verpleeghuizen een stille ramp zou hebben voltrokken. Nou, een ramp is het zeker, maar voor mij is hij zeker niet stil geweest. We zitten in een film waarvan niemand nog kan zeggen hoe die precies afloopt. In alle fases probeer je het juiste te doen, gegeven de omstandigheden van dat moment.’
De Jonge wil bij het verruimen van de bezoekersregeling ook kijken of verpleeghuizen dat al aankunnen. Medisch gezien, maar ook gezien de grote emotionele druk voor de medewerkers. ‘Neem alleen al het aantal overlijdens. Dat je het leven niet in eigen hand hebt, leer je nergens zó als in de verpleeghuiszorg. Zoveel mensen die overlijden in korte tijd is buitengewoon heftig. Gelukkig zie ik dat daarop door werkgevers adequaat wordt gereageerd en ook de hulp van psychologen en geestelijk verzorgers wordt ingeschakeld.’ <