'Gebruik Deens donorzaad verantwoordelijkheid van ouders'
Kinderen die worden geboren met behulp van Deens donorzaad, kunnen tientallen halfbroers en -zussen hebben. Dat is een verantwoordelijkheid van ouders, en niet van de overheid, vindt minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).
Den Haag
Vandaag spreekt de Tweede Kamer over donorkinderen in een debat over medische ethiek. Nederlandse klinieken gebruiken steeds vaker sperma uit Denemarken voor kunstmatige inseminatie met donorzaad. Het exacte aantal is onbekend, maar uit onderzoek van deze krant bleek dat het om honderden zwangerschappen per jaar moet gaan. De commerciële Deense spermabanken houden zich aan de eis van maximaal twaalf Nederlandse vrouwen per donor. Maar het zaad van dezelfde donoren wordt door hen ook verkocht in zo’n honderd andere landen.
ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber stelde dit probleem onlangs aan de orde in de Tweede Kamer. Zij vindt dat de Nederlandse regel (maximaal twaalf ouders per donor) ook gegarandeerd moet worden bij het gebruik van Deens donorzaad. ‘Ik kan me goed inleven in de kinderwens van mensen, maar vindt dat uiteindelijk het belang van het kind zélf altijd voorop moet staan’, zegt ze.
In aanloop naar het debat van vandaag schreef De Jonge een brief over de kwestie. ‘Ik kan niet voorkomen dat zaad van buitenlandse donoren ook in andere landen wordt gebruikt. Hierdoor kan de groep halfbroers en -zussen groot zijn’, erkent hij. De minister vindt dat een keuze van wensouders. ‘Hier houdt de verantwoordelijkheid van de overheid op.’
Dik-Faber vindt dat De Jonge zich daarmee ‘te terughoudend’ opstelt. ‘We hebben niet voor niets een maximum in Nederland ingesteld; het hebben van tientallen broertjes en zusjes over Europa en verder is zowel medisch als ethisch problematisch.’
PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen kan zich vinden in de lijn van de minister. Wel moet gewaarborgd worden dat kinderen later de gegevens van hun biologische vader kunnen opvragen, zegt ze. Volgens de minister is dat laatste geregeld. De stichting die de donorgegevens beheert zal daarvoor te zijner tijd contact opnemen met de Deense spermabank, schrijft hij. Voor Dik-Faber is dat onvoldoende. De gegevens moeten niet alleen in Denemarken worden bewaard, maar ook in Nederland, vindt ze.
Voorzitter Ties van der Meer van de Stichting Donorkind vindt het zorgelijk dat de minister de verantwoordelijkheid voor het gebruik van Deens donorzaad volledig bij de wensouders legt. ‘Zij worden gedreven door een enorm verlangen en kunnen op dat moment niet goed beoordelen hoe de toekomstige situatie zal zijn als een kind tientallen halfbroers en -zussen heeft over de hele wereld.’
Overigens is het voor wensouders nu al mogelijk om bij een Deense spermabank een zaaddonor uitsluitend voor zichzelf te reserveren. Daar hangt wel een prijskaartje aan, varierend van 15.000 tot 45.000 euro. <