Een Kamermeerderheid wil dat Afghaanse tolken die Nederland hielpen op missies worden beschermd
Een ruime Kamermeerderheid wil dat Afghaanse tolken die Nederlandse militairen hebben geholpen beter worden beschermd. De tolken moeten een speciale status krijgen, omdat ze gevaar lopen in hun eigen land. Daar worden ze opgejaagd door ISIS en de taliban.
Den Haag
Bijna alle partijen stemden dinsdag voor de D66-motie die het kabinet daartoe oproept – alleen de PVV stemde tegen. D66-Kamerlid Salima Belhaj stelt dat tolken die zich hebben ingezet voor de Nederlandse krijgsmacht ‘waardering en indien nodig bescherming verdienen’.
Uit onderzoek van deze krant bleek dit voorjaar dat veel tolken met de dood worden bedreigd omdat ze voor westerse mogendheden werkten. Een kwart van de ruim honderd tolken die Nederlandse militairen hielpen, moest onderduiken in Afghanistan.
Minister Ank Bijleveld (Defensie) kondigde in juli aan dat Afghaanse tolken die voor Nederland in Uruzgan hebben gewerkt hier welkom zijn als zij worden bedreigd. Volgens haar zijn het afgelopen jaar al ‘de nodige’ Afghaanse tolken naar Nederland gekomen. Maar de Kamerleden willen dat alle defensietolken worden aangemerkt als een systematisch vervolgde groep. Dan maken ze meer kans op een verblijfsvergunning.
De motie geldt ook voor tolken die Nederlandse militairen helpen bij missies in de toekomst. Volgens Joël Voordewind (ChristenUnie) heeft Nederland ‘een morele plicht hen te helpen en veiligheid te bieden’. <