Verkiezing Senaat in etappes was zo gek niet
DEN HAAG - Sinds 1983 kiezen Statenleden in één keer een hele nieuwe Eerste Kamer. Een onbedoeld gevolg is dat de Senaatsverkiezing een schimmenspel kon worden met een te zwaar politiek gewicht.

De Eerste Kamerverkiezingen pakten uit zoals vooraf werd verwacht: 37 zetels voor de coalitie, 38 voor andere partijen. Maar zelden was de verkiezing van een nieuwe Senaat zo gepolitiseerd. Alles draaide om de vraag: wel of geen meerderheid voor de coalitie, eventueel aangevuld met de SGP? En het schimmenspel van onderlinge afspraken dat voorafging aan de verkiezingen, was ondoorzichtiger dan ooit doordat partijen voor het eerst geen formele lijstverbindingen mochten aangaan.
Nederland kent sinds 1848 een systeem van getrapte verkiezingen voor de Eerste Kamer. Maar tot 1983 werd deze Kamer in twee etappes gekozen. Om de drie jaar kozen Statenleden de helft van de senatoren. De Grondwetswijziging van 1983 bracht dit terug tot één moment. En daarmee werd de basis gelegd voor meer gepolitiseerde verkiezingen, waarbij partijen gaan berekenen welke onderlinge afspraken voor hen het beste uitpakken.
Gert Schutte, oud-parlementariër voor het GPV, denkt dat deze consequentie bij de wijziging van de Grondwet niet goed is ingeschat. ‘Het nadeel van het systeem voor 1983 was dat de zetelverdeling in de Senaat sterk achterliep bij de actuele politieke verhoudingen. Maar aan de andere kant is de Senaat minder politiek ingesteld dan de Tweede Kamer. Het aanzien van de Eerste Kamer is er daarom niet bij gebaat als de verkiezing sterk is gepolitiseerd.’
Ook Alfons Dölle, hoogleraar staatsrecht en vertrekkend CDA-senator, vindt dat het stelsel voor 1983 nog niet zo gek was en zou daar wel naartoe terug willen. ‘Door de hele Kamer op één moment te vervangen, wordt dit de meest recente weergave van de volkswil en krijgt de verkiezing een zwaarder politiek gewicht.’
Dölle benadrukt dat ook de Eerste Kamer een politiek orgaan is, met een verantwoordelijkheid die verder gaat dan alleen wetten op hun rechtmatigheid te toetsen. Toch vindt zowel hij als Schutte een directe verkiezing van de Senaat onwenselijk. Schutte: ‘Dan zou je een machtsstrijd krijgen tussen Eerste en Tweede Kamer. Wel zou je kunnen overwegen om de Eerste Kamer door de gemeenteraden te laten kiezen. Dan voorkom je dat er vooraf gerekend wordt en afspraken worden gemaakt over restzetels.’
Hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga ziet nog een andere optie: ‘Terug naar een systeem waarin periodiek slechts de helft van de Eerste Kamer wordt gekozen, maar dan wel rechtstreeks door de bevolking. De afspiegeling van de Senaat loopt dan altijd een paar jaar achter en zo waarborg je het verschil met de Tweede Kamer. Bijna iedereen beseft dat het huidige systeem echt niet meer kan.’