Ministers: homorelatie geen reden afwijzing
DEN HAAG - Ook een homoseksuele relatie mag voor religieuze scholen geen reden zijn om docenten af te wijzen bij sollicitaties. Relaties vallen onder het 'enkele feit' van de seksuele geaardheid, waarop niet mag worden gediscrimineerd.
Dat zeiden de bewindslieden Ernst Hirsch Ballin (Binnenlandse Zaken) en Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) gisteren in de Tweede Kamer. De VVD-fractie was ontevreden over antwoorden van minister André Rouvoet (Onderwijs) over een kwestie op de islamitische basisschool As Siddieq in Amsterdam. In een interview zei de bestuursvoorzitter dat een homoseksuele leerkracht waarschijnlijk niet zou worden aangenomen.
Op schriftelijke vragen van de VVD daarover, antwoordde Rouvoet vorige week dat het aan de rechter is om te bepalen of As Siddieq in een concreet geval al dan niet in strijd met de wet handelt. Volgens VVD-Kamerlid Anouchka van Miltenburg nam Rouvoet daarmee niet duidelijk genoeg stelling. ,,Het is overduidelijk dat deze school in strijd met de wet handelt'', aldus Van Miltenburg gisteren tijdens het vragenuur. ,,Sterker nog: bij de parlementaire behandeling is destijds afgesproken dat ook een homoseksuele relatie of samenwonen onder het 'enkele feit' vallen.''
Vanwege een debat met Rouvoet in de Eerste Kamer, kwamen zijn collega's Hirsch Ballin en Van Bijsterveldt gistermiddag naar de Tweede Kamer. De staatssecretaris van Onderwijs zei dat As Siddieq kennelijk niet goed op de hoogte is van de regels. Van Bijsterveldt heeft daarom een handreiking over homoseksualiteit opnieuw naar de school laten sturen, vergezeld van een telefoontje vanuit het ministerie.
Hirsch Ballin op zijn beurt bevestigde dat de regering van mening is dat door religieuze scholen ook op basis van een homoseksuele relatie geen onderscheid mag worden gemaakt. Dat gedragingen buiten de school wel van belang kunnen zijn, stemde hij toe in antwoord op ChristenUnie-Kamerlid Arie Slob. ,,Maar dat mag niet leiden tot onderscheid op punten die direct verband houden met iemands zijnswijze.'' Wel zei Hirsch Ballin dat ,,de scherpte'' van de wetstoepassing pas in concrete gevallen blijkt. Die zijn er echter nauwelijks.
SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf wees op de onderwijsvrijheid, waarin ook de vrijheid is begrepen om op religieuze overtuigingen gebaseerde meningen uit te dragen. Ook daarmee stemde Hirsch Ballin in, ,,zolang het past binnen de grenzen van de rechtsstaat''. PvdA-Kamerlid Jetta Klijnsma suggereerde een verband tussen religieus gemotiveerde afwijzing van homoseksualiteit en discriminatie op straat, zoals het wegpesten van homo's in Utrecht. Daarop zei Van Bijsterveldt dat homoseksualiteit op elke school bij burgerschapsvorming aan bod moet komen.
Verder deelde ze mee dat de scholen in het bijzonder onderwijs die van hun personeel vragen een verklaring te ondertekenen waarin onder meer de homoseksuele leefwijze wordt afgewezen, inmiddels in gesprek zijn met de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Vorig jaar nam de Tweede Kamer een motie van SP-Kamerlid Jasper van Dijk aan, waarin staat dat het laten ondertekenen van zulke verklaringen niet mag. Gisteren noemde hij het ,,een schande'' dat dat volgens hem nog steeds gebeurt, maar Van Bijsterveldt zei erop te zullen toezien dat de gesprekken met de CGB tot resultaat leiden.