‘Insecten snel een handje helpen’

Den Haag
Als je een groep wetenschappers om de tafel zet, ontstaat er meestal een levendige discussie omdat ze het oneens zijn. Dat gebeurde woensdagmiddag niet tijdens een hoorzitting van de Tweede Kamercommissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eensgezind wezen negen wetenschappers de intensieve landbouw, die 60 procent van Nederland in beslag neemt, als hoofdoorzaak aan voor het biodiversiteitsverlies.
Prof. dr. Hans de Kroon, hoogleraar Plant Ecology aan de Radboud Universiteit, lichtte het Duits-Nederlandse onderzoek naar insectensterfte nog eens toe, dat vorige maand wereldwijd voor opschudding zorgde. In 63 beschermde natuurgebieden in West-Duitsland is het totale aantal vliegende insecten sinds 1989 met ruim driekwart afgenomen.
Wetenschappers van de Radboud Universiteit in Nijmegen die de Duitse metingen analyseerden, gaan ervan uit dat in Nederlandse natuurgebieden een vergelijkbare afname te zien is. Onze natuurgebieden lijken namelijk op de West-Duitse: ze zijn net zo versnipperd en zijn ook vaak omgeven door landbouwgebied.
groene woestijn
‘Natuurlijke omstandigheden die schommelingen kunnen veroorzaken in de hoeveelheid insecten zoals het weer zijn in de analyse meegenomen’, zegt De Kroon. Die kunnen de daling niet verklaren. ‘Wij vermoeden daarom dat de oorzaak in de agrarisch sector gezocht moet worden.’ Het is volgens hem ook mogelijk dat insecten omkomen in de groene woestijn die het platteland is geworden. Insecten verspreiden zich, maar erg ver kunnen ze niet komen. ‘Zo komen ze in een gebied terecht waar veel pesticiden worden gebruikt.’
Er is volgens De Kroon hoop op herstel. ‘Insecten zijn buitengewoon veerkrachtig, maar we moeten ze wel heel hard een handje helpen. Anders redden ze het niet.’
stikstof
Er ligt een deken van stikstof afkomstig uit (kunst)mest op het land, stellen de deskundigen eensgezind vast. Stikstof zorgt voor eenzijdige begroeiing. Daarnaast komen bestrijdingsmiddelen die op de akkers worden gebruikt in de wijde omgeving terecht.
Er is veel bewijs dat neonicotinoïden, een groep bestrijdingsmiddelen die sinds begin jaren negentig wordt gebruikt, schadelijke gevolgen hebben voor de natuur, zegt Koos Biesmeijer, directeur van onderzoeks-centrum Naturalis. ‘In landschappen waar veel neonicotinoïden zijn, produceren bijen minder koninginnen, het volk groeit minder, er vindt minder bestuiving plaats’, somt hij op.
De wetenschappers stellen ook vast dat het platteland helemaal is ingericht op maximale productie en daardoor eenzijdig is geworden. Gemengde bedrijven, houtwallen en bosjes zijn verdwenen en in de weilanden en akkers groeien vrijwel geen bloemen meer.
Verschillende deskundigen lieten weten blij te zijn met het Deltaplan Biodiversiteitsherstel dat groene organisaties, de landbouwsector en wetenschappers gaan opstellen. De partijen zijn het erover eens dat boeren en tussenhandelaren die duurzaam werken, beloond moeten worden. Voor de zomer komen ze met concrete maatregelen.
Er zijn alternatieven voor het huidige landbouwsysteem, stelt Jan Willem Erisman, directeur van het Louis Bolk Instituut. ‘Wij hebben bij twintig biologische melkveehouderijen gekeken. Hun productie is 20 procent lager, maar hun kosten zijn 30 procent lager, waardoor de marge voor de agrariër hoger is.’ <