Slepend grensconflict in het zand
In het bloedhete zand van de Westelijke Sahara ligt een zes meter hoge wal. Met een lengte van 2720 kilometer doorsnijdt deze ‘berm’ een desolaat niemandsland. Hoewel … dit is Marokko.
De Westelijke Sahara was bijna honderd jaar, tot 1975, een Spaanse kolonie. Toen de inheemse Sahrawi, een Arabisch volk van enkele honderdduizenden mensen, onafhankelijkheid wilden, moest het Internationaal Gerechtshof in Den Haag uitspreken aan wie de woestijnregio toebehoorde: aan Marokko, Mauritanië of de Westelijke Sahara. Het hof erkende het zelfbeschikkingsrecht van de Sahrawi. Maar omdat het hof ook had gerept van historische banden met Marokko en Mauritanië vóór de Spaanse kolonisatie, zag de Marokkaanse koning Hassan II zijn aanspraken op het gebied bevestigd. In november 1975 stuurde hij 350.000 Marokkanen naar de betwiste regio. Spanje bezweek voor die ‘groene mars’ en vertrok.
Door de inlijving van de Westelijke Sahara door Marokko en (in veel mindere mate door) Mauritanië, ontbrandde er een felle strijd met de bevrijdingsbeweging Polisario, die in februari 1976 de onafhankelijkheid uitriep. Koning Hassan liet door het gebied een aarden verdedigingswal van noord naar zuid aanleggen. Deze ‘Marokkaanse berm’ bleek doeltreffed om Polisario - dat inmiddels Mauritanië militair en economisch op de knieën had gedwongen - buiten te houden.
In 1991 bereikten de Verenigde Naties een staakt-het-vuren tussen Marokko en Polisario, met de belofte dat er over de toekomst van de Westelijke Sahara een referendum zou plaatsvinden. Maar het is de vraag of dat referendum er ooit nog komt. Slechts zo’n veertig staten – en geen enkel westers land – erkennen de Arabische Democratische Republiek Sahara (SADR).
Polisario verloor politieke steun, vooral nadat koning Hassan in de jaren negentig amnestie aan de strijders aanbood: veel Polisarioleden liepen over. Met forse financiële steun en militaire inzet veranderde Hassan de woestijnregio in een Marokkaanse provincie. De Verenigde Naties handhaven nog een troepenmacht in dit ruige gebied, Minurso. Bijna elk jaar klinkt op de jaarlijkse algemene vergadering van de VN de roep om een punt te zetten achter de dure missie. De blauwhelmen zijn er nog steeds, als teken dat de annexatie volkenrechtelijk niet klopt. Maar de ‘berm’, de schier eindeloze streep in het zand, ligt er nog.