Schippers wil abortuscijfer omlaag hebben
Den Haag
Dat zegt Schippers in een interview dat zaterdag in de eindejaarsbijlage van het Nederlands Dagblad verschijnt. De VVD-minister geeft daarmee voor het eerst een waardeoordeel over het aantal abortussen in Nederland. ‘We doen veel aan voorlichting en preventie. Als je vervolgens naar dat cijfer van ongeveer 27.000 abortussen per jaar kijkt, dan schrik ik daar wel van’, aldus de bewindsvrouw. Boven op de 27.000 abortussen bij Nederlandse vrouwen, komen nog enkele duizenden abortussen die buitenlandse vrouwen in Nederland laten verrichten.
In het interview zegt Schippers dat ze ook schrikt van het feit dat vrouwen soms vaker dan één keer abortus laten plegen. Ze is wel blij dat het aantal abortussen onder tieners de laatste jaren zakt. ‘Dat is het allermooiste. Maar we kunnen beter, ik wil het abortuscijfer verder naar beneden zien te krijgen. Abortus is geen verkapte anticonceptie.’
rol huisarts
Om haar doel te bereiken, wil de minister huisartsen een grotere rol geven in de hulp aan ongewenst zwangere vrouwen. Ze stuurt komend voorjaar een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer dat regelt dat ook huisartsen de abortuspil mogen voorschrijven. Met zo’n pil kunnen zwangerschappen van maximaal negen weken worden afgebroken; het middel brengt een miskraam op gang. Maar Schippers zegt dat ze met haar voorstel niet de drempel voor abortus wil verlagen. Ze hoopt daarentegen dat vrouwen vaker hun huisarts gaan betrekken in hun afweging. ‘Bij een abortuskliniek loop je anoniem binnen. Als je bij een huisarts komt voor abortus, is dat anders. De arts kent jou, misschien je omgeving en zegt: “Joh, abortus? Ga eens zitten.” Hij gaat het gesprek aan, praat ook over de context en zal vragen: hoe gaan we nu verder? En bijvoorbeeld ook: hoe voorkomen we dat je opnieuw ongewenst zwanger raakt?’
Schippers noemt het ‘belangrijk dat we die stap naar de huisarts zetten’, ondanks kritiek van ChristenUnie en SGP op haar plannen. ‘Door ook de huisarts een rol te geven, gaat de anonimiteit eraf. Ik denk dat de huisarts een belangrijke toevoeging is aan de bestaande praktijk van hulpverlening aan vrouwen in nood.’