De ‘Nacht van Schmelzer’ had grote politieke gevolgen

Den Haag
Op vrijdag 14 oktober 1966 kwam de rooms-rode coalitie ten val door een motie van Norbert Schmelzer, de fractievoorzitter van de machtige Katholieke Volkspartij (KVP). De KVP wilde via de motie de begroting voor 1967 flink wijzigen. Premier Jo Cals zei dat hij zou opstappen als die motie werd aangenomen. Met 75 tegen 62 stemmen werd de motie aanvaard, waarmee de val van het kabinet een feit was. De ‘Nacht van Schmelzer’ was geboren.
Mark Verheijen, biograaf van VVD-prominent Harm van Riel en oud-VVD-Kamerlid, noemt het ‘zeldzaam’ dat een bevriende fractie de eigen premier in het parlement wegstuurt. Het nachtelijke debat werd voor het eerst live op tv uitgezonden. Er werd veel naar gekeken. ‘Vanaf dat moment was politiek letterlijk ook theater’, zegt Verheijen.
Hij aarzelt niet deze bijzondere nacht te duiden als een ‘kantelpunt’ in de parlementaire geschiedenis. ‘Je kunt het vergelijken met 1994, toen het CDA na zwaar verlies buiten de regeringsboot viel, of met 2002, toen Fortuyn zich aandiende. Dat we na een halve eeuw nog over die nacht spreken, geeft aan dat het een icoon van de jaren zestig is’, aldus Verheijen.
De ‘Nacht van Schmelzer’ staat symbool voor gewijzigde politieke verhoudingen. De roep om duidelijkheid en democratisering van de politiek, links tegenover rechts en radicalisering van de onderlinge partijverhoudingen, hing al een tijdje in de lucht.
‘In die zin was de ‘Nacht van Schmelzer’ geen kantelpunt’, meent Gerrit Voerman, kenner van het Nederlandse partijbestel. ‘D’66 had al in september het ‘Appèl’ aan de Nederlandse kiezer gericht en binnen de PvdA was Nieuw Links al een tijdje actief. De val van het kabinet-Cals heeft aan die beweging een impuls gegeven’, zegt Voerman.
De betrokkenheid van veel burgers bij de politiek was groot. ‘Met de komst van de televisie werd de openheid van het politieke debat vergroot. De ‘Nacht van Schmelzer’ werkte als een katalysator van de radicalisering in de Nederlandse politiek.’
Volgens professor Voerman zijn na die roemruchte nacht de onderlinge verhoudingen tussen partijen op scherp gezet. ‘De VVD en de PvdA sloten elkaar uit. De PvdA ging zich afzetten tegen de christelijke partijen. De sociaaldemocraten kozen voor polarisatie, een strategie die erop was gericht de Nederlandse politiek in twee blokken op te splitsen. De polarisatiestrategie leidde in 1969, op het PvdA-congres, zelfs tot een anti-KVP-motie.’
De PvdA voelde zich door de KVP belazerd, zegt Voerman. Dat gevoel bleef lang hangen. Hij wijst erop dat er bij de KVP-fractie ook weinig animo was voor de samenwerking met de PvdA. ‘Was het kabinet wel levensvatbaar? Feitelijk was het kabinet-Cals niet meer dan een intermezzo in de langjarige samenwerking tussen de christelijke fracties en de VVD.’
oprichting D66
Door de vroegtijdige val van het kabinet kregen de radicalen van Nieuw Links binnen de PvdA de wind in de zeilen. Ook in andere partijen rommelde het. Mark Verheijen meent dat Harm van Riel een ‘kickstart’ heeft gegeven aan D’66, dat op 22 oktober 1966 werd opgericht. Tot 1985 voerde die partij de apostrof in haar naam.
Een belangrijke oprichter was Hans Gruijters, die ervaring had als VVD-raadslid in Amsterdam. ‘Zonder hem was D’66 geen succes geworden’, zegt Verheijen. Gruijters, een kleurrijk figuur als kroegbaas en journalist, was binnen de VVD met zijn republikeinse voorkeur een buitenbeentje. Met genoegen werkte de conservatief-liberale Harm van Riel deze man de partij uit.
Op de avond van de 14e oktober belegde het ‘initiatiefcomité’ van D’66 een extra bijeenkomst om de nieuwe politieke situatie te bespreken. Een week later was de nieuwe partij een feit. ‘Ook hier heeft de ‘Nacht van Schmelzer’ als katalysator gewerkt’, analyseert Voerman.
‘De ideeën van D’66 over democratisering – het willen leggen van dynamiet onder een vermolmd politiek stelsel – kregen politieke relevantie.’ Een halve eeuw verder is er van de politieke tweedeling en vernieuwing van het stelsel niets terechtgekomen. ‘D66 is gewoon onderdeel geworden van het bestaande politieke bestel’, concludeert Voerman.
samenzwering
Ook voor de persoon die de motie indiende, waren de gevolgen groot. Norbert Schmelzer kreeg het stempel opgedrukt van onbetrouwbaarheid. Verheijen: ‘Hij kreeg er een negatief imago door.’ Verheijen ontdekte dat Van Riel en Schmelzer in december 1973, in Van Riels Haagse flat, plannen beraamden om het in hun ogen gehate kabinet-Den Uyl ‘van binnenuit op te blazen’.
De coup had moeten gebeuren vóór de Statenverkiezingen van maart 1974. Van Riel beoogde met zijn plannen de weg te effenen voor herstel van de samenwerking tussen VVD en de confessionele partijen. Verheijen: ‘In dat kabinet moesten Piet de Jong en Norbert Schmelzer een hoofdrol spelen. Van die snode plannen is niets terechtgekomen en Schmelzer verdween van het politieke toneel.’


