CU: stop ‘showproces’ tegen Israël

Den Haag

‘Er zullen weer grote campagnes worden gevoerd om Nederland verkozen te krijgen, maar daar moeten we al dat geld en onze energie niet aan besteden’, zegt ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind. Volgens hem is de VN-Mensenrechtenraad ‘totaal ongeloofwaardig’ door de eenzijdige aandacht voor Israël. Het land werd inmiddels 71 keer op de vingers getikt, terwijl landen als China en Saudi-Arabië nooit zijn aangesproken.

‘Er wordt een showproces tegen Israël opgevoerd, terwijl China één miljoen Oeigoeren zonder proces opsluit in kampen’, stelt Voordewind. ‘Doordat alleen Israël als vast punt op de agenda staat, kunnen tegenstanders van het land scoren voor open doel. Voor ons is dit een harde voorwaarde: ­Nederland keert pas terug als dat agendapunt is geschrapt.’ Hij wijst erop dat minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) vorig jaar beloofde zich samen met de Europese Unie principeel te verzetten tegen een vast agendapunt over Israël.

middenweg

Voordewind reageert hiermee op een onderzoek van deze krant naar het stemgedrag van landen in de ­VN-Mensenrechtenraad, de organisatie die toeziet op de naleving van mensenrechten. Onder de 116 landen die ooit hebben gestemd over een tik op de vingers van Israël, bestaat een groot blok van 48 landen die altijd ­instemmen. Slechts drie landen stemmen altijd tegen: de Verenigde ­Staten, Canada en Australië.

Nederland probeerde in de afgelopen jaren, samen met enkele andere ­Europese landen, een middenweg te vinden door zich regelmatig te ­onthouden van stemming. Volgens Voordewind zet dat echter geen ­zoden aan de dijk. ‘Wat was onze ­invloed? Er is toch altijd een ruime meerderheid ­tegen Israël. Dat gaat echt niet veranderen.’

Andere coalitiepartijen reageren terughoudend op het idee van de CU. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt benadrukt dat Nederland juist wél lid moet worden van de raad. ‘Wie iets van misstanden in andere landen wil zeggen, moet aanwezig zijn. De VN-Mensenrechtenraad is dé plek om landen aan te spreken, bijvoorbeeld op de situatie van de Oeigoeren of de Palestijnse betalingen aan gezinnen van terroristen.’

exorbitant

Ook Sven Koopmans (VVD) vindt het een goede zaak als Nederland aanwezig is om tegenwicht te bieden aan de ‘exorbitante focus op Israël’. ‘Het is goed dat het kabinet onderhandelt over resoluties en resultaten haalt. Dat is beter dan in de Tweede Kamer moties blijven indienen. In de Mensenrechtenraad kun je écht met landen spreken. Wij gaan voor het resultaat, en niet voor een getuigenis.’ Tegelijk zijn CDA en VVD niet helemaal tevreden met hoe het nu gaat. ‘Ik zou meer resultaat willen zien van Nederlandse onderhandelingen in de VN’, aldus Koopmans. Volgens ­Omtzigt verloopt de samenwerking in Europa niet soepel genoeg. ‘We kunnen alerter reageren als er onderwerpen op de agenda staan, en allianties vormen met bijvoorbeeld Latijns-Amerikaanse landen.’

SGP-leider Kees van der Staaij sluit zich wél aan bij het plan van ­Voordewind. Hij wijst er echter wel op dat ‘er geen meerderheid voor is in de ­Kamer’. In plaats daarvan zou ­Nederland ‘vaker moeten dwars­liggen’ in de VN-raad, vindt Van der Staaij. ‘Nu wordt er veel onderhandeld over teksten, maar Nederland zou ook eens om politieke redenen tegen een Israël-resolutie kunnen stemmen.’ Tegelijk moet dat niet ­altijd en op voorhand gebeuren, vindt de SGP-leider. ‘Er zijn ook situaties waarin kritiek op Israël fair en op z’n plaats is.’ <

zie ook Waarom Israël in de VN-raad altijd de gebeten hond is