Kinderen die de rechter tevergeefs vroegen om de identiteit van hun donorvader, kunnen een wetswijziging verwachten

Den Haag
De kwestie draait om donoren die voor 2004 zaad doneerden. Tot die tijd konden donoren zelf kiezen of ze anoniem wilden blijven, of dat hun identiteit later bekend mocht worden. Sommige moeders kozen bewust voor een bekende donor, zodat hun kinderen later zouden weten van wie ze biologisch afstammen. Toen de wet in 2004 gewijzigd werd, kregen de bekende donoren de optie om alsnog anoniem te worden. Een deel van de mannen koos hiervoor.
Inmiddels zijn twee rechtszaken aangespannen door donorkinderen die er tot hun verbijstering achter kwamen dat hun biologische vader anoniem was geworden. In de eerste - gericht tegen ziekenhuis Rijnstate in Arnhem - sprak de rechter uit dat hij de belangenafweging tussen donor en donorkind niet kan maken. Daarvoor is de wetgever aan zet, aldus de rechter. Een tweede zaak, bij de rechtbank in Den Haag, loopt nog. De uitspraak wordt begin juni verwacht.
Minister De Jonge wilde de rechterlijke uitspraken afwachten, voordat hij verdere stappen zou overwegen. De rechter in Arnhem kaatst die bal dus terug naar de politiek. In antwoord op de Kamervragen wordt De Jonge nu wat concreter. Als ook de Haagse rechter geen oplossing biedt aan de donorkinderen, wil hij een wetswijziging initiëren. Hij schrijft ook al wat die wijziging zou kunnen inhouden: gegevens van een bekende donor van voor 2004 worden dan ‘in principe verstrekt’, tenzij de donor een ‘zwaarwegend belang’ heeft. Er zal nog wel wat tijd overheen gaan voordat zo’n wijziging is aangenomen door het parlement en van kracht wordt.
honderden kinderen
Een ander probleem is het aantal halfbroertjes en -zusjes van sommige donorkinderen. Er is officieel een maximumaantal per donor (vroeger was dat 25 kinderen, nu 12 gezinnen, waarbij het om meerdere kinderen per gezin kan gaan). Maar steeds komen verhalen naar buiten van donoren die veel meer kinderen hebben verwekt. Dat kon doordat de spermabanken in Nederland hun gegevens niet hadden gekoppeld. Daarnaast konden donoren in het buitenland of via internet doneren. Onlangs kwam het verhaal naar buiten van spermadonor Jonathan die honderden kinderen verwekte over heel de wereld. De overheid is bezig met een centrale databank met gegevens van spermabanken. Maar dat schiet niet erg op. Zolang het niet geregeld is, moet een donor bij de spermabank verklaren dat hij niet ook elders doneert. ‘Dit kan niet worden gecontroleerd’, voegt de minister eraan toe. ‘Het is een kwestie van vertrouwen dat de donor deze afspraak nakomt.’ Uit verhalen is echter duidelijk geworden dat er mannen zijn die op zo veel mogelijk plekken zaad doneren.
Ook als het gaat om zaad uit het buitenland zit er een gat in de wet. Veel Nederlandse vrouwen doen een beroep op (commerciële) Deense spermabanken. Maar deze spermabanken mogen zaad van dezelfde donoren sturen naar andere landen in de wereld. Daar is geen controle op en de spermabanken willen hierover zelf ook geen openheid geven. Het is dan dus alsnog mogelijk dat donorkinderen honderden halfbroertjes of -zusjes hebben. De minister vindt dat de verantwoordelijkheid van ouders. <

