‘Onacceptabele uitspraken’ van hoge militairen ergerden premier Kok na val van Srebrenica
Koud een maand na de val van Srebrenica in 1995 stond minister Van Mierlo niet onwelwillend tegenover een verzoek van de VN om de Britse militairen in een soortgelijke enclave af te lossen. Dat blijkt uit de notulen van de ministerraad die zijn vrijgegeven.
- Arnout Brouwers / vk aangepast 05:54

Premier Kok praat met VN-militairen in het VN-Kamp Pleso in Zagreb, 23 juli 1995.
(beeld anp / Toussaint Kluiters)Den Haag
In het kabinet is na de val van Srebrenica in juli 1995 grote wrevel ontstaan over uitlatingen van topmilitairen, vooral waar deze de massamoord op Bosnische moslims relativeerden. Premier Kok heeft herhaaldelijk geopperd dat disciplinaire maatregelen moesten worden genomen tegen deze militairen. Dat blijkt uit de notulen van de ministerraad uit 1995, die nu openbaar zijn geworden.
Ook stapelden bewijzen zich op voor de aanwezigheid van massagraven. Verder was Voorhoeve ‘onaangenaam verrast door de relativerende uitlatingen over de genocide van enkele hoge militairen, onder anderen luitenant-generaal Couzy’.
aanwijzingen
Jan Pronk (Ontwikkelingssamenwerking, PvdA)..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .