Politieke analyse - Pia Dijkstra door Haagse wasstraat
Een scherpe opmerking van D66-politica Pia Dijkstra in het debat over haar wetsvoorstel rondom orgaandonatie, afgelopen dinsdag in de Eerste Kamer: ‘Het recht om niet te kiezen, ontneemt een ander het recht om niet te kiezen.’ PVV’er Ton van Kesteren had omstandig betoogd dat burgers toch ook het recht hebben om géén keuze te maken of zij orgaandonor willen zijn. Maar dan komt die keuze op het bordje van de nabestaanden terecht, legde Dijkstra uit, op het moeilijke moment dat zij een dierbare verliezen. Vaak zegt de familie dan ‘nee’. ‘Het is beter om zelf de keuze te maken’, concludeerde de initiatiefneemster.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Dijkstra’s betoog in de senaat ook geregeld zwak was. Ze leek meer kritische vragen te krijgen dan waarmee ze had gerekend. Telkens werd ze gestoord door senatoren die het naadje van de kous wilden weten. Dijkstra gaf bovendien niet altijd eenduidig antwoord, bijvoorbeeld over de positie van nabestaanden. Haar voorzichtigheid is wel verklaarbaar: in de zoektocht naar een meerderheid moet Dijkstra niemand van zich vervreemden. Integendeel: wat extra steun is welkom. Maar een voorzichtige houding kan in de Haagse arena gevaarlijk worden, wanneer antwoorden irritatie beginnen op te roepen.
De senatoren wilden meer duidelijkheid over de vraag wat nabestaanden nog te vertellen hebben, als iemand als donor staat geregistreerd. Dat de Eerste Kamerleden uiteindelijk met het voorstel kwamen dat Dijkstra nog maar eens een brief moest sturen, kan worden uitgelegd als een nederlaag. Kennelijk kon de initiatiefneemster de senatoren mondeling niet overtuigen. Tegelijk kan deze manoeuvre ook de redding van haar wetsvoorstel zijn. Het is immers duidelijk dat twijfelende senatoren garanties willen, vooral over de vraag of nabestaanden aan de rem mogen trekken – zeker als iemand door niet-reageren ‘automatisch’ als orgaandonor is geregistreerd. Is de nieuwe regeling wel sluitend? ‘In mijn uiteenzetting in uw Kamer heb ik dit onvoldoende kunnen verhelderen’, schrijft Dijkstra deemoedig in de brief die ze vrijdag stuurde. Uit bijna elke zin proef je dat het spitsroeden lopen is. Behalve dat Dijkstra de senatoren gerust moet stellen, dreigt het gevaar dat ze de werking van haar eigen plan onderuithaalt.
‘ja’ en ‘geen bezwaar’
Aanvankelijk was het de bedoeling iedereen die niet reageert op het verzoek een keuze te maken, simpelweg te registreren als orgaandonor. Na kritiek uit de Tweede Kamer had Dijkstra dat in 2016 al aangepast: inmiddels maakt haar voorstel onderscheid tussen mensen die actief instemmen (‘ja’) en degenen die niet reageren (‘geen bezwaar’). Maar als Dijkstra de nabestaanden nu ook nog een veto geeft, verandert er nauwelijks iets ten opzichte van de huidige situatie.
Het D66-Tweede Kamerlid zit inmiddels dicht bij dat punt. ‘In feite hebben de nabestaanden dus het laatste woord, alhoewel ze geen formeel vetorecht hebben’, schrijft ze aan de Eerste Kamer. Voor artsen moeten bezwaren van familieleden doorslaggevend zijn, als bijvoorbeeld wordt aangegeven dat de registratie niet klopt met wat iemand zelf zou hebben gewild. Ook stelt Dijkstra dat als nabestaanden niet te vinden zijn, er geen orgaandonatie moet plaatsvinden – ook niet als iemand volmondig donor is.
Dijkstra’s plannen zijn dus stevig door de Haagse wasstraat gehaald. Aanleiding voor het plan was de dringende behoefte aan meer orgaandonoren. Door de aanpassingen is het klemmende verzoek te kiezen of je donor wilt zijn, een stuk minder klemmend geworden. Tel daarbij op dat veel mensen zich de afgelopen tijd juist als niet-donor hebben laten registreren, en het is duidelijk dat dit wetsvoorstel – áls het al wordt aangenomen – anders eindigt dan gehoopt of gedacht.