Opinie: Deze slag tegen ISIS in Noord-Irak is nóg niet de laatste
Langs de oevers van de Eufraat vindt op dit moment bij het Syrische dorp Baghouz de aanval op het laatste bolwerk van ISIS plaats. Een paar dagen nog, hopen Koerdische strijders, dan is het gebeurd met het ‘kalifaat’. Ook de Amerikaanse president Donald Trump gelooft graag dat het dan ‘klaar’ is. Afgelopen woensdag voorspelde hij dat nog deze week ‘formeel kan worden aangekondigd dat we honderd procent van het kalifaat van ISIS in handen hebben’. Al eerder had hij aangekondigd dat de Amerikaanse troepen dan zullen inpakken en vertrekken uit Syrië.
Maar ISIS is niet zo op één plek gefixeerd. Dat was al de harde les van 2014, toen de terreurbeweging vanuit Syrië over Noord-Irak spoelde. Het zou erg kortzichtig zijn, die les te vergeten.
afscheidsreis
Dat klonk, zij het wat voorzichtiger geformuleerd, ook door in wat generaal Joseph Votel zegt. Hij is de vertrekkende commandant van Centcom, het centrale commando van alle Amerikaanse troepen, maar ook van de internationale coalitie tegen ISIS. Op zijn afscheidsreis langs de troepen in het Midden-Oosten bleek zondag dat hij niet zo gelooft in de klaar-sluiten-en-wegwezen-aanpak van Trump.
Votel denkt namelijk net als de Amerikaanse inlichtingendiensten – die om die reden door Trump ongeveer als gek werden weggezet – dat er nog ‘tienduizenden’ ISIS-strijders rondschuimen in Syrië en ook Irak.
Diezelfde conclusie klonk begin vorige week ook al door in het kwartaalrapport van de inspecteur-generaal van de Amerikaanse strijdkrachten, Glenn Fine, over de operatie tegen ISIS en al-Qaeda, Operation Inherent Resolve. Als er geen constante druk op de terroristen van ISIS wordt gehouden, ‘kan ISIS binnen zes tot twaalf maanden weer opstaan in Syrië’, was zijn conclusie.
verschoven
Wat nu al gebeurt – zo meldt het terreuronderzoeksnetwerk SITE Intelligence, en het blijkt ook uit de melding van ISIS zelf over geslaagde aanslagen – is dat ISIS zijn aanslagen en acties heeft verschoven naar nauwelijks bestuurde regio’s in Irak.
In januari alleen al pleegde ISIS ruim honderd aanslagen, ook in of bij bekende steden als Erbil, Ninawa, Mosul en Kirkuk. In een week tijd, van 31 januari tot 6 februari, claimde ISIS zelf 191 slachtoffers in 74 aanvallen.
Het rapport van de inspecteur-generaal omschrijft ook hoe dat kan: door het blijvend slechte bestuur ‘herstelt ISIS sleutelfuncties en capaciteiten in Irak’. En dat gaat ook in Syrië gebeuren, als er na de inname van het laatste ISIS-bolwerk geen goede vervolgaanpak komt.
bredere kijk
Belangrijk is ook dat er een bredere kijk is of komt op wat de terreurbeweging – en verwante clubs als al-Qaeda en al-Shabaab – in andere landen aanrichten.
De VS en andere westerse landen bestrijden ISIS actief in Syrië, en Europa werd geconfronteerd met honderdduizenden vluchtelingen uit Syrië. Daarom is er veel aandacht voor ISIS in dat land. Maar nergens zijn berichten te vinden over bijvoorbeeld de aanslag, afgelopen donderdag, op een Egyptisch militair konvooi in de Sinaï. Of over de reeks aanslagen die Boko Haram – alias de ‘provincie West-Afrika van de Islamitische Staat’ – de afgelopen weken heeft uitgevoerd op militaire bases, waarmee ze opnieuw tienduizenden burgers op de vlucht heeft gejaagd. Om niet te spreken over de aanvallen in onder meer Ethiopië, Jemen, Somalië, de Filipijnen, Afghanistan, Pakistan en zelfs Iran.
ISIS is op dertig plaatsen actief, schreef de voormalige Amerikaanse gezant voor de internationale coalitie tegen ISIS, oud-generaal John Allen, vorige maand in de Washington Post. In bijna alle gevallen kan de beweging gedijen dankzij ‘politieke chaos’. ‘Om het duidelijk te zeggen’, aldus Allen, ‘ISIS is niet verslagen. Het blijft een lokale, regionale en wereldwijde bedreiging en beweringen van het tegendeel zijn slecht geïnformeerd.’
ISIS zal pas verslagen zijn als het idee van een islamitisch kalifaat, een islamitisch rijk, is verslagen.
voorkomen
Militair de operaties afronden, kan daarom alleen als er een vervolg is, gericht op een goed bestuur, ontwikkeling, onderwijs en een eerlijke rechtspositie voor de bevolking. In Syrië is daarvan geen sprake, in grote gebieden van Irak nauwelijks. Toch zijn er wel lichtpunten. Net twee weken geleden opende de patriarch van Antiochië, Ignatius Aphrem II, als hoofd van de Syrisch-Orthodoxe Kerk een nieuwe residentie in de Koerdische stad Erbil in Noord-Irak. Ook hier was de grens tussen die twee landen van minder belang dan de positieve ontwikkeling.
Anderhalve maand geleden opende de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok een ziekenhuis in de door de oorlog vrijwel verwoeste Iraakse stad Fallujah. Dat stond ook in het licht van het ‘voorkomen dat ISIS opnieuw aan kracht wint’, zoals de minister zei.
Maar is is méér nodig om giftige bewegingen als ISIS en al-Qaeda van hun voedingsbodem te beroven: niet minder dan een ander offensief – humanitair, economisch, cultureel en ja, ook democratisch. En dat offensief zal heel wat langer duren dan de militaire operatie tegen het inmiddels bijna verdwenen islamitische kalifaat van ISIS in Syrië. <