Opinie: Bisschop werd uit huis gezet, maar raakte niet verbitterd
Zo’n tien jaar geleden ontmoette ik Elias Chacour. Hij is emeritus aartsbisschop van de Grieks-Katholieke Kerk in Noord-Israël. Hij noemt zichzelf een Palestijns-Arabische-Christelijke Israeli. Hij werd in 1938 geboren in het Noorden van Galilea. Nog voordat de staat Israël werd uitgeroepen werd hij samen met zijn familie en dorpsgenoten door de Joodse strijders uit hun dorp gezet. Kort ervoor had de vader van Elias de Joodse immigranten met open armen in zijn dorp ontvangen. Het was kort voor Pasen en vader Chacour slachtte hun paaslam nog tijdens de lijdenstijd, om met deze vluchtelingen te delen. Volgens de vader van Elias hadden deze mensen in Europa zo veel te lijden gehad dat het dorp de christelijke plicht had hun een plek van rust en vrede te bieden. Begrijpelijk dat ze zich verraden voelden toen die ‘gasten’ hen hun eigen dorp uitzetten.
Een dergelijke ervaring maakt veel mensen verbitterd. Niet Elias Chacour. Toen ik hem tijdens onze ontmoeting daarnaar vroeg, was zijn antwoord even simpel als indrukwekkend: ‘Bitterheid is voor een christen geen optie! Volgelingen van Jezus zijn geroepen om lief te hebben. Zij zijn ambassadeurs van vrede en verzoening. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden’ (Matteüs. 5:9). Dat ben ik nooit vergeten en het heeft grote indruk op mij gemaakt. Dat iemand die alles is kwijtgeraakt in een politiek, militair en religieus conflict kiest voor verzoening. Zo krachtig is blijkbaar het evangelie. Als mensen met God verzoend worden, dan is het zelfs mogelijk dat Joden en Palestijnen met elkaar verzoend worden. Een grotere tegenstelling en vijandschap is bijna niet mogelijk. Als mensen door het kruis en de opstanding van Jezus Christus met God verzoend zijn, dan gaan ze blijkbaar ook anders kijken naar hun ‘vijanden’. In zijn boek Zonen van Abraham beschrijft Chacour zijn levensverhaal.
Hij weet zich persoonlijk geroepen door Jezus Christus om een vredestichter te zijn. Voor mij is dat een bron van inspiratie.
Ontvang dagelijks een mail met inspiratieteksten en video. U kunt zelf ook meedenken en schrijven. Meld u aan op nd.nl/40dagen. Meepraten op Facebook kan ook: facebook.com/groups/40dagendenkenVertaalde fragmenten uit ‘Blood Brothers, A Palestinian’s struggle for reconciliation in the Middle East’ van Elias Chacour (Kingsway Publications 1990).
Ik was mijn gebed van maanden geleden vergeten, toen ik Hem gevraagd had mijn handen en voeten en tong te gebruiken om vrede terug te brengen in de harten van onze volken. Als ik het me had herinnerd, zou ik toen niet begrepen hebben dat zo’n commitment, diep uit het hart, ertoe leidt dat je geselecteerd en apart gezet wordt uit de menigte. Het kan betekenen dat je uit de bittere beker van verwerping en vernedering zult moeten drinken en dat je tegenover de leugen komt te staan, opdat uiteindelijk toch de waarheid zal overwinnen.
[...] Waren er dan slechts twee opties? Overgave aan mishandeling of het gebruik van geweld? De afranseling die ik had gehad, dwong mij deze beangstigende vraag onder ogen te zien. Welke keuze moest ik maken? Ik was bijna 12 en zou spoedig een nieuwe stap zetten op mijn levensreis, die me naar een derde keuze zou brengen, een keus die mijn Kampioen al zoveel jaren geleden had gemaakt.
[...] Vader keek me aan: ‘[…] Als jij een ware man van God wordt, zul je weten hoe je vijanden kunt verzoenen, hoe je haat kunt veranderen in vrede. Alleen een ware dienaar van God kan dat.’
[...] Ik verlangde naar recht en gerechtigheid, de derde optie, die als een recht pad tussen gewelddadig verzet en versteende passieve toegeeflijkheid doorloopt. Als ik werkelijk mijn leven toewijdde aan het brengen van Gods boodschap aan mijn volk, zou ik de mensen die vernederd en terneergeslagen waren hun waarde moeten teruggeven, zoals Jezus dat had gedaan. Alleen [dan] zou er een begin kunnen komen van verzoening met de Israëli’s, die ze als hun vijanden beschouwden.
[...] Bisschop Raya kondigde aan dat hij een officiële ontmoeting met premier Golda Meir had aangevraagd, om de verzoening tussen Israël en het Palestijnse volk te bespreken. Als ze hem niet zou willen ontmoeten, zouden we vol verwachting gaan vasten en bidden.
Het verzoek van bisschop Raya is nooit beantwoord. […] De regering negeerde ons. Toen de menigte uiteenging, liep ik terneergeslagen naar de bus. Een professor van de universiteit hield me staande. ‘Elias, wat is er aan de hand. Ben je niet tevreden?’ En voor ik antwoord kon geven, wees hij naar de Knesset. ‘Kijk daar.’ Boven aan de trap stond een grote groep jonge mannen en vrouwen. Aan hun kleding was te zien dat het ging om christenen, joden, moslims en druzen. Ze stonden met hun armen om elkaar heen. ‘Zie je Elias’, zei hij, ‘de verandering is begonnen. Het gebeurt in de harten van mensen. Ook al gaat het langzaam. “Gerechtigheid en vrede hebben elkaar gekust”’, zei hij, terwijl hij een Psalm citeerde. ‘En jij hebt ons bij elkaar gebracht. Jij bent een kind van God. ‘
Deze man, een Jood, had me een kind van God genoemd. En de stem in mijn binnenste herinnerde me aan een vers dat ik zo goed kende: “Zalig zijn de vredestichters ...”. Muren begonnen in te storten.