Hier volgt dan toch weer een welgemeend applausje voor de mensen in de zorg
Ik kom de laatste weken wat vaker in een ziekenhuis. Je kunt hier natuurlijk beter níet zijn, maar nu het zo is, valt het me op. Ja, ‘t is haast een verademing, temidden van alle nieuwsberichten. Die rust, die vriendelijkheid van het personeel. Of ben ik daar nu gevoeliger voor? Dat zou kunnen, maar het doet er weinig aan af.
Er piept iets. Op de gang wordt heen en weer gelopen. De getallen op de monitor kan ik niet goed thuisbrengen. Bij piepjes is mijn eerste reflex: meteen ingrijpen. Maar in het ziekenhuis weten ze piepjes op waarde te schatten.
Er volgt een verhuizing naar een eenpersoonskamer.
De regel van het maximaal aantal bezoekers wordt soepel gehanteerd. Een bed erbij, zodat familie kan blijven slapen, is snel geregeld.
De directeur van het ziekenhuis is op het Journaal. Hij wil patiënten overplaatsen. Wat niet meevalt, zegt hij. Áls hij druk ervaart, zie ik die bij de verpleegkundigen niet terug. Achter de mondkapjes zit vriendelijkheid.