Dood dreigt na bevrijding van ontvoerde meisjes in Pakistan
Pakistan is, ook voor meisjes uit minderheden, een fantastisch land om in te leven. Tenminste, dat zou je denken na de toespraak van de Pakistaanse premier Imran Khan, vrijdag op de Internationale Dag van de Rechten van het Kind. ‘Kinderen zijn het meest kostbare bezit van iedere natie en de enige garantie voor de toekomst’, aldus Khan. Hij bezwoer dat een ‘geweldloze samenleving en het einde aan het misbruik van kinderen een van de prioriteiten van de regering is’.
Het verhaal van de premier is in tenenkrommende tegenspraak met de praktijk. Wet of geen wet, honderden meisjes van twaalf, dertien, veertien jaar worden ieder jaar ontvoerd, gedwongen zich te bekeren tot de islam en te trouwen met een vaak veel oudere man. Alleen door de moed van hardnekkig vasthoudende advocaten en rechters kunnen sommige meisjes uit hun hel ontsnappen.
De nu 14 jarige Maira Shahbaz is een van die gelukkigen, laat het verhaal van Wilma van der Maten in het ND van zaterdag zien. Maar de werkelijkheid die daarna wacht is ruiger: de dood op straat. Liefst door onthoofding, brullen de volgelingen van de donderdag plotseling overleden fundamentalistische leider Khadim Hussain Rizvi, die afvalligheid van de islam ook na een gedwongen bekering een absolute doodzonde vond.
Maak je woorden waar of je bent die VN-zetel niet waard.
Zaterdag werd Lahore overspoeld door zijn aanhangers in ‘een van de grootste bijeenkomsten in deze metropool in de afgelopen honderd jaar’, meldde The News International, de grootste Engelstalige krant in Pakistan. In die stad werd Maira Shahbaz in augustus door de rechter gedwongen terug te keren naar haar ontvoerder/’echtgenoot’. Ze beseft dat zij en haar familie in deze stad geen kans op overleven hebben. Zaterdag deed Maira een rechtstreeks beroep op de Britse premier Boris Johnson om haar leven en dat van haar familie te redden: ‘Ik ben erg bang voor mijn leven en dat van mijn familie. Alstublieft, bescherm mij.’ Want zij weet ook: ondanks zijn mooie woorden zal premier Khan haar waarschijnlijk niet kunnen redden, als ze in Pakistan blijft.
Kerk in Nood
Dat beseft ook de Britse tak van Kerk in Nood (ACN) die woensdag een ‘Rode woensdag’ organiseert waarop de situatie van mensen als Maira centraal staat. Ook is er de ‘Rode woensdagpetitie’ met een dringend verzoek om asiel voor haar en haar gezin. Los van wat de rechtbank uiteindelijk besluit, Maira’s leven zal altijd in gevaar zijn’, aldus ACN. Om maar niet te spreken van de rechters en advocaten die tegen de wil van de fundamentalisten in durven te gaan.
Want er zijn wel degelijk goede wetten in Pakistan om jonge christen- en hindoemeisjes te beschermen. En de mufti Ahmed Jaan Raheemi die aanwezig was bij de gedwongen ‘bekering’ en het huwelijk van Maira’s lotgenoten, Neha en Arzoo Raja, is opgepakt op bevel van de rechtbank in Karachi.
Achter dit optreden van de rechters staat de deelregering van de Sindh-provincie, die de wetten wel wil naleven en de politie en de rechtbank tot actie heeft aangezet. Politieke druk heeft dus wel effect. Dat was ook zo in de zaak van Asia Bibi, die ter dood was veroordeeld wegens zogenaamde blasfemie en pas na jaren en veel buitenlandse oproepen werd vrijgesproken.
Britse regering
Maira Shabaz doet nu een beroep op de Britse regering, maar de Europese Unie heeft minstens dezelfde mogelijkheden om de Pakistaanse regering met klem en met consequenties op de eigen wetten en de eigen woorden te wijzen. Als de mooie taal van premier Khan bij woorden blijft, is het loos gebazel. Dat terwijl Pakistan in januari opnieuw lid wordt van de VN Mensenrechtenraad. Daar zal het land aan dezelfde tafel zitten met onder meer Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië. Deze landen en ook de Europese Unie, zouden Pakistan een eis kunnen stellen: maak je woorden waar of je bent die zetel niet waard. En Nederland heeft met de actie tegen Syrië al een voorbeeld gegeven, hoe die druk kan worden vergroot. Pakistan heeft de VN-Conventie voor de rechten van het kind ondertekend. Maar als de Pakistaanse regering kinderen als Maira, Neha en Arzoo niet consequent beter gaat beschermen, kunnen medeondertekenaars het land voor het Internationaal Gerechtshof brengen wegens het schenden van dit internationale verdrag.
Premier Imran Khan meende de Franse president de wet te moeten lezen over hoe om te gaan met de moslimminderheid in Frankrijk. Met zo’n houding en met dit onrecht in Pakistan, heeft Europa alle recht Khan op het onrecht in zijn eigen land te wijzen. Sterker nog, als Europa vrijheid van godsdienst en de mensenrechten serieus neemt, behoort het dat te doen en niet te wachten op de smeekbede van een doodsbang meisje. <