Welstandsvrije gemeente wint snel terrein
Gemeenten hoeven bouwvoorstellen sinds 2013 niet langer verplicht door een welstandscommissie te laten toetsen. Deze onafhankelijke commissies bestaan traditioneel uit architecten en bouwkundigen en toetsen bouwvoorstellen aan de welstandsregels van een gemeente. Die gaan bijvoorbeeld over de architectonische kwaliteit van een plan. Op basis van die toetsing adviseert de commissie de gemeente een vergunning te verlenen of te weigeren.
vrijheid
Steeds meer gemeenten stoppen met de welstandscommissie. Groningen kiest ervoor alle bouwverzoeken door ambtenaren af te laten handelen. Dat zou transparanter, sneller en minder ingewikkeld werken. De stadsbouwmeester van Groningen krijgt daarbij een centrale rol. Die geldt binnen de gemeente als onafhankelijk adviseur over ruimtelijke kwaliteit. Deze zou plannenmakers beter kunnen begeleiden in het voorbereiden van een vergunningaanvraag dan een commissie. Die komt maar eens in de paar weken bij elkaar en zou onvoldoende meedenken in het ontwerpproces.
Gemeenten experimenteren niet alleen met andere vormen van welstandstoetsing, maar schaffen deze in sommige gevallen zelfs af. In dat geval hebben woningbezitters volledige vrijheid, zolang ze zich aan het bestemmingsplan houden. Onder meer Eindhoven is sinds dit jaar welstandsvrij, al geldt dat niet voor het centrum en enkele andere locaties. De kleine gemeente Boekel (10.000 inwoners) in Noord-Brabant is al tien jaar 100 procent welstandsvrij. Zaken als kleur- en steengebruik zijn een zaak van de individuele burger geworden, niet van een commissie.
liberalisering
Die liberalisering werkt al sinds 2004 uitstekend, stelt André van der Vleuten, medewerker VROM van de gemeente Boekel. Burgers willen zelf een mooi huis, dat later doorverkocht kan worden. Ze dienen daarom geen vreemde plannen in. Volgens hem is geen verschil zichtbaar tussen huizen die met en zonder oordeel van een welstandscommissie zijn gebouwd.
Andere gemeenten hebben de zorg voor de welstand net als Groningen in handen gelegd van ambtenaren. Dat valt niet overal goed. Jef Mühren van WZNH, een welstandscommissie voor bijna veertig Noord-Hollandse gemeenten, zegt dat de Groningse constructie de onafhankelijkheid van beoordelingen in de weg staat: Het is niet in het belang van de burger als de afweging van het private belang en het publieke belang eenzijdig bij de gemeente komt te liggen. Het beeld dat welstandscommissies muggenziften over elk detail klopt allang niet meer, verzekert Mühren. De commissies zorgen dat grote projecten goed binnen de omgeving passen. Dat proberen ze op een constructieve manier te doen.
Veel kleine ingrepen vereisen geen vergunning meer. Hij stelt dat gemeenten zich verkijken op de mogelijkheid te bezuinigen door de commissies over te slaan. De afschaffing van welstandsregels wordt bekritiseerd door Fred Schoorl van de branchevereniging voor architectenbureaus BNA. Op den duur wordt het een rommeltje. Zonder beleid schieten gemeenten zichzelf in de voet.