Vervuild Nederland: Sneller rijden, korter leven
Eerst het goede nieuws: de lucht wordt steeds schoner en niet zo’n beetje ook. De uitstoot van stikstof-oxiden (die vrijkomen bij verbranding, bijvoorbeeld in de automotor of de verwarming op gas) is in vijfentwintig jaar met bijna de helft gedaald. En de hoeveelheid fijnstof (kleine deeltjes die ontstaan door de verbranding van brandstof en slijtage van autoremmen, banden en wegdek) door het verkeer nam zelfs met iets meer dan de helft af.
Maar er zijn diverse dompers op de feestvreugde. De grootste is dat de Europese normen voor fijnstofuitstoot, die ook in Nederland gelden, hoog zijn.
‘Twee keer zo hoog als in de Verenigde Staten en tweeënhalf keer hoger dan de advieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO’, zegt Bert Brunekreef, hoogleraar milieu-epidemiologie aan de Universiteit Utrecht. Hij wijst erop dat we gemiddeld tien maanden korter leven door fijnstofuitstoot en dat het hartinfarcten en longkanker kan veroorzaken. De normen voor luchtkwaliteit dateren van 2008 en waren volgens hem toen al niet streng genoeg. ‘De EU heeft het, ondanks gedane beloften, niet aangedurfd deze normen bij te stellen.’
Bovendien voldoet de luchtkwaliteit in Nederland niet aan die toch al te ruime normen. Nederland moest in 2015 voor het eerst voldoen aan de Europese norm voor stikstofdioxide, maar metingen van Milieudefensie wijzen uit dat dit maximum op zeker elf plekken in het land wordt overschreden. Het gaat in al die gevallen om drukke wegen in de stad.
rechtszaak
Feitelijk gezien is de overschrijding van die normen een overtreding van de wet door de Nederlandse staat. Milieudefensie spant daarom een rechtszaak tegen de staat aan om gezonde lucht te eisen.
‘Jaarlijks overlijden duizenden mensen door ongezonde lucht. Gemeenten en het Rijk moeten nu echt drastische maatregelen nemen’, vindt Anne Knol, campagneleider mobiliteit van Milieudefensie. ‘De luchtkwaliteit wordt inderdaad elk jaar een beetje beter, maar het gaat lang niet snel genoeg als je ziet hoeveel last mensen er dagelijks van hebben: mensen met een longziekte, kinderen met astma. Het is zo’n urgent probleem als je naar de omvang en de ernst kijkt dat die kleine verbeteringen in de luchtkwaliteit niet genoeg zijn. Iedereen weet wat er moet gebeuren: schonere auto’s, minder hard rijden en veel vaker op de fiets of met de trein.’
Het duurt nog even voor die zaak gaat dienen, vermoedelijk ergens rond de jaarwisseling. Gezien eerdere rechterlijke uitspraken een kansrijke zaak, schat Knol. Een klein jaar geleden won duurzaamheidsorganisatie Urgenda een veelbesproken rechtszaak tegen de Nederlandse staat om de uitstoot van broeikasgas veel meer te beperken dan de regering van plan is. En in Groot-Brittannië stelde de rechter milieuorganisatie ClientEarth in het gelijk, die een aanklacht tegen de Britse overheid had ingediend vanwege de luchtkwaliteit. ‘ClientEarth heeft daarvoor advies ingewonnen bij het Europees Hof, dus ook op dat niveau is het al besproken’, zegt Anne Knol. ‘In de zaak die wij aanspannen richten we ons op de overschrijding van de normen op het gebied van zowel stikstofdioxide als fijnstof.’
malle maatregel
Politiek gezien is het gevoelige materie. Neem de snelheidsverhoging van 120 naar 130 kilometer per uur op diverse snelwegen. Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) streeft ernaar dat uiteindelijk op 77 procent van de snelwegen 130 kilometer per uur gereden mag worden. ‘Een malle maatregel’, vat fijnstofprof Brunekreef zijn mening daarover samen. ‘Weliswaar zijn de gezondheidseffecten beperkt, omdat het om wegvakken gaat die meestal niet vlak bij woonbebouwing liggen. Maar de normen zijn absoluut niet veilig en de verkeersveiligheid gaat erdoor achteruit.’
Terwijl de landelijke overheid de maximumsnelheid her en der verhoogt, nemen lokale overheden juist maatregelen om fijnstof te beperken door milieuzones in te stellen. Amsterdam heeft ze, evenals Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Zo komen sinds januari 2015 in Utrecht oude diesels de binnenstad niet meer in, en wie toch doorrijdt, krijgt een flinke boete. Onderzoeksinstituut TNO stelt vast dat de luchtkwaliteit in de stad verbetert en noemt het aannemelijk dat dit mede door de milieuzones komt. Ook Bert Brunekreef spreekt van zinvolle maatregelen. ‘Ze grijpen direct in op de meest vervuilende oude voertuigen met uitstoot in de onmiddellijke nabijheid van grote aantallen mensen.’
Behalve op de weg, zitten de vervuilers ook op het water en in de lucht. Zo stoot een doorsnee cruiseschip net zoveel CO2 uit als 84.000 auto’s. En vliegtuigen zorgen, vooral in de omgeving van vliegvelden, voor de uitstoot van ultrafijnstof, het allerkleinste fijnstof dat diep in de longen en de bloedbaan doordringt. ‘Er zijn geen normen voor ultrafijnstof voor het vliegverkeer en daarom krijgt het minder aandacht dan wenselijk zou zijn’, zegt Brunekreef. ‘Het zou zeer nuttig zijn meer onderzoek te doen naar effecten van ultrafijnstof.’
Dergelijk onderzoek is politiek gezien impopulair, omdat het grote economische gevolgen kan hebben, stelde televisieprogramma Zembla in april. Stel dat blijkt dat ultrafijnstof schadelijk is voor de gezondheid, dan kan de consequentie zijn dat er minder gevlogen mag worden op de luchthaven Schiphol. En dat is iets wat bijna niemand in Den Haag durft uit te spreken. <
Wie precies wil weten hoe het zit met fijnstof en luchtkwaliteit, waant zich al gauw in een ingewikkelde scheikundeles. De vervuiling is namelijk lang niet alleen te wijten aan auto’s. Bovendien wordt slechts 45 procent van het fijnstof in Nederland door de mens veroorzaakt. Een derde daarvan komt uit Nederland, twee derde uit het buitenland. De overige 55 procent fijnstof komt van natuurlijke bronnen zoals opwaaiend stof en zeezout. ‘Fijnstof wordt voor ongeveer de helft in de lucht gevormd door chemische reacties van ammoniak, zwaveloxiden en stikstofoxiden’, doceert ‘fijnstofprof’ Bert Brunekreef. ‘De veruit grootste bron van ammoniak in ons land is de veeteelt. Zwaveloxiden komen vrij bij stook van fossiele brandstoffen, vooral kolen. Stikstofoxiden komen vrij bij alle verbrandingsprocessen, hier zijn verkeer en ruimteverwarming van belang. Het verkeer is de grootste bron van zogenoemd primair fijnstof, en omdat verkeersuitstoot bijna altijd in de onmiddellijke nabijheid van mensen plaatsvindt, is de betekenis hiervan extra groot.’