Steden boos over korting op budget voor taalonderwijs
Staatssecretaris Dekker (Onderwijs) wil de vier grote steden (G4) volgend jaar bijna 20 miljoen euro korten op hun budget voor jonge kinderen met een taalachterstand.
Dat hebben zij deze week te horen gekregen van het ministerie. De onderwijswethouders van deze steden – Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag – roepen het kabinet in een brandbrief op niet in te stemmen met het voorstel. ‘We willen de resultaten die we de afgelopen jaren hebben bereikt, vasthouden. Uw bezuiniging maakt dit onmogelijk’, schrijven ze.
Het kabinet geeft de 37 grootste gemeenten jaarlijks 95 miljoen euro om de taalachterstand van jonge, voornamelijk migrantenkinderen aan te pakken, bovenop het landelijke budget van 261 miljoen. Het extra geld is voornamelijk bedoeld om kinderen vanaf 2,5 jaar op de kinderopvang of in de peuterklassen al spelend Nederlands te leren.
Dekker heeft besloten vanaf 2016 kleinere gemeenten meer geld te geven voor het achterstandsonderwijs. Dat gaat vooral ten koste van Amsterdam en Rotterdam. De hoofdstad levert 10 miljoen in (op een budget van 56 miljoen) en Rotterdam 7 miljoen (op 55 miljoen).
De Rotterdamse onderwijswethouder Hugo de Jonge vindt de maatregel ‘onbegrijpelijk’. ‘Als er zo’n enorme greep in de kas wordt gedaan, zet dat ons jaren terug in de tijd.’
vervolg op pagina 4