De dood van een domineesvrouw
waar: de weg van Oosterzee naar Sneek, vlak voorbij Spannenburg
waarom: was het een ongeluk, moord zelfmoord?
Afslag 17 van de A6, de snelweg van Amsterdam naar Groningen, leidt bij Lemmer naar het polderlandschap van Zuidoost-Friesland. Aan de horizon staat de mediatoren in het gehucht Smallenburg, de hoogste toren van Friesland. Iets verder naar het oosten schittert een torenkoepel in de zon. De koepel hoort bij de voormalige hervormde kerk van Oosterzee.
Beide torens hebben niets met elkaar te maken, behalve dat ze twee cruciale plekken markeren in een gezinsdrama uit 1912. In de hervormde kerk preekte ds. Abel Ewoldt het evangelie op rechtzinnige wijze. Aanvankelijk deed hij dat tot ieders tevredenheid, want Ewoldt bezat de gave van het woord, en bovendien had hij zn uiterlijk mee: een rijzige man met een atletisch postuur. Hij kon erg hard schaatsen.
Ewoldt was in 1903 getrouwd met Geertje Leenstra uit Wommels en dominee geworden in Wijnjeterp, in het oosten van de provincie. Hij was 28, zij 22. Een jaar later kregen ze een kind, er kwam ook een dienstbode in de pastorie. Op een kwade dag werd zij door Geertjes moeder aangetroffen in de armen van de dominee. De dienstbode vertrok. Later, toen Ewoldt predikant in Oosterzee geworden was, werd hij andermaal betrapt, nu met de volgende dienstbode. Ewoldt werd geschorst, hij verbrak de relatie en mocht na een jaar weer preken. Maar ook met de derde dienstbode, Lamkje van Zanden, ging hij vreemd. Lamkje moest de pastorie verlaten en verhuisde naar Leeuwarden, waar ze geregeld bezoek van ds. Ewoldt kreeg. Een nieuwe schorsing dreigde.
Geertje Leenstra voelde zich diep ongelukkig met haar man. In haar wanhoop zei ze dat ze zich nog eens verdrinken zou. Soms ging ze naar haar moeder in Sneek om bij te komen. Dat deed ze ook op 16 februari 1912, een dag na het zoveelste bezoek van ds. Ewoldt aan Lamkje in Leeuwarden. s Avonds reed Geertje terug naar huis, volgens afspraak werd ze halverwege opgewacht door haar man, waarna ze samen door het donker en de mist naar huis toe reden.
Wat er vervolgens gebeurde, werd de inzet van een geruchtmakende rechtszaak. Volgens ds. Ewoldt was zn vrouw moe en was hij daarom vooruit gaan fietsen. Vlak voor het gehucht Spannenburg hoorde hij iets in het water plonzen. Toen hij terugreed, zag hij zn vrouw in het water liggen. Zijn poging om haar te redden mocht niet meer baten.
Zijn relaas vond geen geloof bij velen die wisten dat Ewoldt zn vrouw liever kwijt dan rijk was. Men verdacht hem ervan dat hij zijn vrouw had doodgeslagen of laten verdrinken. Een dag later werd hij gearresteerd.
Het proces vond plaats in juni en duurde twee volle dagen. Vele getuigen vertelden over het slechte huwelijksleven van de dominee, zijn buitenechtelijke escapades en zijn neiging om de feiten anders voor te stellen dan ze waren. Uiteindelijk werd Ewoldt vrijgesproken bij gebrek aan overtuigend bewijs, hoewel de rechter hem een aartsleugenaar noemde, die zeker in staat was tot het plegen van de misdaad waarvan hij werd verdacht. In november, vijf maanden na de rechtszaak, trouwde hij met Lamkje van Zanden, de dienstbode. Moordenaar!, schreeuwde een menigte omstanders bij het stadhuis. Negen maanden later werd hun kind geboren. Ewoldt was toen al uit zijn ambt ontzet en naar Haarlem verhuisd, waar hij een boekhandel begon.
Mevrouw Ewoldt liet drie kinderen na, te jong om hun zwaar verlies te beseffen. Ze ligt begraven op het kerkhof van Oosterzee, bij de ingang van het dorp. Het grafschrift eindigt met een aanklacht tegen haar echtgenoot: In eigen huis droeg zij haar zwaarste kruis. Haar liefde mocht slechts ontrouw vinden. Gods trouw zij met haar in zijn vaderhuis.