Daling van aantal huwelijken zet door
Den Haag
Vooral onder dertigers en veertigers wordt het huwelijk steeds minder gebruikelijk, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag publiceert. Inmiddels kiezen de meeste stellen ervoor eerst te gaan samenwonen. Een toenemend aantal stellen trouwt helemaal niet meer of besluit tot een geregistreerd partnerschap.
Tegelijkertijd blijft het percentage gescheidenen stijgen, van 5 procent in 2000 tot 8 procent in 2017. Personen tussen de 50 en 80 jaar maken een groot deel uit van de mensen die gescheiden zijn. Het aandeel eenpersoonshuishoudens groeide mede daardoor van een derde in 2000 naar 38 procent vorig jaar.
Het klassieke gezin – getrouwde ouders met kinderen – verliest terrein, afgaande op het groeiend percentage baby’s van ongehuwd samenwonende ouders. Kinderen krijgen buiten het huwelijk is geen zeldzaamheid meer, stelt het CBS vast. In 2016 waren de ouders van ruim vier op de tien baby’s niet getrouwd, in 2000 gold dit nog voor een kwart.
individualisering
De gegevens over huwelijken en scheidingen maken deel uit van een studie van het Centraal Bureau voor de Statistiek naar de vraag of de individualisering zich ook na de eeuwwisseling heeft doorgezet. Het statistiekbureau legde daarvoor tal van gegevens naast elkaar, maar ziet geen kraakhelder patroon.
Sommige trends zijn te interpreteren als bewijs van toenemende individualisering. Zo daalde het deel van de bevolking dat lid is van een kerk sinds de eeuwwisseling van 60 naar 50 procent, en ook het kerkbezoek nam af: 23 procent ging begin deze eeuw maandelijks naar de kerk, nu is dat 16 procent. Als ander signaaltje van toegenomen individualisering kan worden opgevat dat ouders vaker unieke, soms zelfbedachte namen voor hun kinderen kiezen.
Maar er zijn ook trends die erop wijzen dat het met de individualisering wel meevalt. Zo is er geen afname van leden van ideële organisaties en verenigingen, doen we nog net zo veel vrijwilligerswerk als voorheen, en blijft het aantal sociale contacten dat mensen hebben stabiel. ‘Het zijn signalen dat “individualistisch” niet automatisch “ieder voor zich” betekent’, concludeert het CBS. De meeste Nederlanders hebben regelmatig contact met familie en vrienden. Bovendien groeit het aandeel dat via internet communiceert; in 2017 gebruikte 63 procent van de bevolking een sociaal netwerk als Facebook en Twitter, terwijl dat vijf jaar geleden nog 48 procent was. Internet is in korte tijd ook een belangrijk middel geworden om een partner te vinden. Van de partners die rond de jaarwisseling gingen samenwonen, had minder dan 2 procent elkaar via internet ontmoet. Inmiddels heeft 13 procent van de nieuwe samenwoners elkaar online leren kennen. En dat zijn niet alleen maar jongeren; de groei van internet op de relatiemarkt komt vooral van veertigplussers. <