Architectuur: Een dorp van staal, dekzeil en touw
Wie aan architectuur en stedenbouw denkt, ziet meestal vooral gebouwen van steen, hout en beton voor zich. Maar bouwen kan ook met heel andere materialen. Vlak bij Liempde is deze week bijvoorbeeld een klein dorp verrezen van staal, dekzeil en touw.
Het is de locatie van de vijftiende zomerconferentie van Stichting New Wine. Duizenden mensen koken, eten en douchen een week lang in tenten en tijdelijke constructies. Op Landgoed Velder tref je een brede straat aan, met aan beide zijden grote en middelgrote tenten. Daarin wordt gezongen, gepreekt, gespeeld, gepraat en gegeten. Op de velden rondom dit centrale deel staan eindeloze rijen kleinere tenten. Hier hebben de deelnemers aan de conferentie hun luchtbedjes uitgerold en de haringen in de grond geslagen. Sommigen maken hun kampement prachtig met lampjes, planten en fleurige kleedjes. Anderen lijken binnen vijf minuten weg te kunnen, mocht het nodig zijn om snel je boeltje te moeten pakken.
volk Israël
New Wine doet mij met deze temperaturen een beetje denken aan het volk Israël in de woestijn. Toen dat volk – eeuwen later – in Babylonische ballingschap woonde, herinnerden zij zich die tijd van rondtrekken maar al te goed. De tijd dat zij geen vaste woon- en verblijfplaats hadden, maar in tenten moesten wonen. En niet alleen zij, ook God bewoonde een tent: de tabernakel. De verhalen van Mozes wezen het volk erop, dat de Heer niet aan een bepaalde vaste plaats verbonden was. Zelfs in Babel konden de Joden op Gods nabijheid rekenen, en de profeet Jeremia gaf hun de opdracht om de vrede voor die stad te zoeken. Ze moesten er huizen gaan bouwen, daarin gaan wonen, tuinen aanleggen en van de opbrengst eten. Ze moesten zich inzetten voor de bloei van die vreemde stad, want de bloei van die stad zou ook hún bloei zijn.
meer dan steen
Tijdens haar toespraak op maandagochtend haalde hoofdspreekster Sarah Richards precies die tekst aan. Met voorbeelden uit de praktijk liet ze zien dat architectuur inderdaad meer is dan steen en beton. Gebouwen kunnen een bijdrage leveren aan de vrede van de stad. Samen met haar man Julian geeft ze leiding aan een kerk in Swansea in Wales. Julian pakt af en toe de auto om door de achterbuurten van deze stad te rijden op zoek naar potentiële ‘tenten’. In vervallen bekladde panden, die door iedereen verlaten zijn, ziet hij nieuw leven. Een oud postsorteercentrum werd zo de eerste vestiging van Cornerstone Church en een paar jaar geleden kwam daar een aftandse Aldi-supermarkt bij, die werd omgevormd tot community center.
De transformatie van deze gebouwen staat symbool voor de verandering in de levens van mensen die Sarah en Julian vanuit deze panden kunnen bereiken. Zo is er ‘The Gap’, een sociaal programma dat jongeren uit de onderklasse die na hun opleiding niet direct aan het werk kunnen komen, helpt om toch aan de slag te gaan. Maar liefst 2000 jongeren vonden dankzij het programma werk en ontsnapten zo aan de criminaliteit, die mede hierdoor met maar liefst 25 procent daalde.
reis
In het tijdelijke New Wine-dorp leren we aan de ene kant dat we onze tentpinnen maar niet al te diep in deze aarde moeten slaan. Ons leven is een reis … we zijn onderweg. Anderzijds maakt het voorbeeld van Cornerstone Church duidelijk dat wat we bouwen er wel degelijk toe kan doen. Steen, hout en beton kunnen een wereld van verschil maken, voor wie zoekt naar de vrede voor de stad.