Voer moet duurzamer: ‘De ecologische pootafdruk van een hond is tien keer zo hoog als die van een mens’

Maastricht
Er zijn zo veel honden en katten in de wereld dat we ze niet meer kunnen voeden met slachtafval en dierlijke resten die mensen niet eten, zoals pens, neuzen en oren. Productie van honden- en kattenvoer draagt ook bij aan de belasting van het milieu en de verandering van het klimaat. Gebruik van plantaardige grondstoffen en insecten kan een oplossing zijn, denkt Pim Martens, hoogleraar duurzaamheid aan Maastricht University.
Uit onderzoek blijkt dat voor de productie van voer voor de honden en katten in Nederland een grondoppervlakte nodig is die vergelijkbaar is met veertig procent van de landbouwgrond in ons land. ‘We weten het niet precies, dus ik houd een slag om de arm. Maar het illustreert wel hoeveel het is’, aldus Martens.
Een dergelijke oppervlakte is nodig om voldoende voer te produceren voor de koeien, varkens en kippen die uiteindelijk worden verwerkt tot honden- en kattenvoer. De ecologische pootafdruk van een Nederlandse hond varieert volgens deze berekening van 0,9 tot 3,66 hectare per jaar, afhankelijk van de grootte van het dier. Voor katten komt dit neer op 0,4 tot 0,67 hectare.
Ook in andere landen is onderzoek gedaan naar het ruimtebeslag van huisdieren. ‘We hebben gevraagd hoe vaak de dieren op een dag te eten kregen, hoeveel en of ze daarbij ook nog restjes kregen van de maaltijd van de baas.’
Vroeger at de hond met de pot mee, tegenwoordig is dat in het Westen niet erg gebruikelijk meer, maar op het platteland van China nog wel. ‘We hebben geprobeerd dat zo goed mogelijk in te schatten en in de berekeningen mee te nemen.’
Voor Japan komt de ecologische pootafdruk voor honden en katten neer op 0,33 tot 2,19 hectare voor de hond en 0,32 tot 0,56 hectare voor de kat. Voor China is dat respectievelijk 0,82 tot 4,19 voor de hond en 0,36 en 0,63 hectare voor de kat.
In deze landen worden kleinere huisdieren gehouden of is er een enorm verschil tussen de dieren op het platteland, die uitsluitend kliekjes eten, en de dieren in de steden die behandeld én gevoed worden als verwende kinderen.
Nog wat concreter: de energieconsumptie van honden en katten in de VS is min of meer gelijk aan een vijfde van de energie die mensen er gebruiken voor hun voeding.
groei
Gezien de groei van de wereldbevolking en de nog steeds stijgende welvaart, verwacht Martens dat het aantal honden en katten – in 2014 nog geschat op zo’n 220 miljoen elk – verder toeneemt en daarmee ook de behoefte aan voer. ‘Als we die dieren allemaal blijven voeren zoals nu gebeurt, legt dat een steeds groter beslag op de beschikbare ruimte en neemt vanwege de uitstoot van broeikasgassen het negatieve effect op het klimaat toe.’ Een hond eet zoveel vlees dat zijn ecologische pootafdruk tien keer zo hoog is als de ecologische voetafdruk van de mens. Tenminste, wat betreft zijn voeding. ‘Mensen rijden in auto’s, ze vliegen en gebruiken energie voor allerlei zaken. Dat laten we buiten beschouwing, we kijken alleen naar het voedsel’, nuanceert Martens.
Dierenvoeder moet milieuvriendelijker worden geproduceerd, maar dat is geen eenvoudige klus. Net zoals voor de mens, is het voor de hond mogelijk het grootste deel van het voer vegetarisch te maken. Voor katten ligt dat anders, dat zijn ‘verplichte carnivoren’. Zij hebben een andere fysiologie en maken bepaalde voor hun gezondheid noodzakelijke aminozuren niet zelf aan. ‘Net zoals wij geen vitamine C aanmaken, maar wel vitamine D’, illustreert Martens. Katten moeten domweg dierlijke eiwit eten om die stoffen binnen te krijgen. Het is echter niet noodzakelijk dat een kat rund- of varkensvlees eet: kip of vis scheelt al.
ethisch
Ook zou het beter zijn als de baasjes in de rijke landen wat nauwkeuriger kijken hoeveel ze hun huisdier te eten geven. Overgewicht is namelijk geen exclusief menselijk probleem. Ook veel huisdieren zijn te dik en het zou niet alleen hun gezondheid, maar ook het milieu ten goede komen als ze minder zouden eten. ‘Daar is winst te behalen’, aldus de hoogleraar. ‘Mensen beseffen niet altijd dat ze hun hond drie keer per dag wat lekkers toestoppen, terwijl hij dat niet nodig heeft.’
Menig vegetariër zal toejuichen dat er minder vlees wordt gebruikt voor het voer van gezelschapsdieren. Het gebruik van insecten om dierenvoer te produceren ziet Martens als een mogelijk alternatief. ‘Al levert het ook een ethisch probleem op, want tenslotte zijn insecten ook dieren.’
sociaal smeermiddel
Martens, die zelf een kat heeft, is er niet op uit het houden van huisdieren te ontmoedigen. Er zitten ten slotte ook voordelen aan: ‘Huisdieren zijn een sociaal smeermiddel en ook wel een vervanging van wat anders, soms van kinderen en soms zelfs van religie.’ Dierenliefhebbers zijn dikwijls wat socialer dan anderen.
Toch denkt hij ook na over mogelijkheden om de milieubelasting door honden en katten terug te dringen. Natuurlijk moeten mensen hondenpoep opruimen om te voorkomen dat die het oppervlaktewater vervuilt. Maar gezinnen zouden ook een hond kunnen delen bijvoorbeeld. In dat geval hebben meer mensen plezier aan het beest en belast het dier milieu en klimaat minder.
Overheden zouden zelfs beperkingen op kunnen leggen aan het bezit van honden en katten. ‘Je kunt je best afvragen waarom iemand vijf labradors zou moeten willen of twintig katten op een flat. Dit laatste nog los van de vraag hoe het staat met het dierenwelzijn.’ <