'Zoek overeenkomsten in debat over aanpassen DNA embryo's'
Leiden
Ze zijn het niet over alles eens. Toch kozen Theo Boer en Inez de Beaufort ervoor samen een essay te schrijven over de mogelijkheden die mensen hebben wanneer ze drager zijn van erfelijke ziekten. Een bewuste keuze, vertellen ze in Rijksmuseum Boerhaave in Leiden, waar ze hun essay presenteren. Omdat er steeds meer mogelijkheden zijn om het overdragen van erfelijke ziekten te voorkomen, vroeg minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) aan beide ethici om na te denken over de ethische aspecten die hierbij komen kijken.
Hoever mogen we gaan om erfelijke ziekten te voorkomen, wil de minister weten. Voor het antwoord gaat hij niet alleen bij ethici en medisch specialisten te rade, hij wil graag weten hoe heel Nederland hierover denkt. Daarom worden door het hele land DNA-Dialogen georganiseerd, waarbij een ieder zijn zegje kan doen. Het essay kan mensen helpen om hun standpunt te bepalen. De bijeenkomst in Leiden is ook zo’n DNA-Dialoog.
Over een paar zaken zijn ze het eens, licht Boer toe. ‘We willen leed voorkomen, vinden dat de autonomie bij de ouders moet liggen en dat het niet te gek moet worden.’ De Beaufort vult aan: ‘We zijn het er ook over eens dat je niet lichtzinnig met embryo’s om moet gaan, al kent Theo ze meer waarde toe.’
Het grootste verschil tussen de twee ethici zit niet in wat volgens hen mogelijk moet zijn, maar in de mate waarin je hier bekendheid aan moet geven en dit in een wet vast moet leggen. Boer: ‘Ik denk dat ouders erg kunnen zitten met het dragerschap van erfelijke ziekten. Maar houd dat in de spreekkamer van de arts en knijp daar soms een oogje toe, ook wanneer iets niet precies in de wet staat of misschien niet helemaal mag.’
Dat is De Beaufort niet met hem eens. ‘Neem ouders serieus. Wanneer je een bepaalde behandeling ethisch te rechtvaardigen vindt, zet dat dan ook in de wet.’ Een calvinistisch standpunt, vindt Boer. ‘Zo creëer je steeds nieuwe vraagstukken. Terwijl er altijd grijze ruimte blijft.’ Daar moet De Beaufort Calvijn nog maar eens op nalezen, zegt ze. ‘Maar ik vind gewoon niet dat je ouders naar een arts kunt sturen die dan maar een list moet verzinnen.’
Het was best spannend om dit essay samen te schrijven, zegt De Beaufort. ‘Maar het is goed om eerst te kijken naar de overeenkomsten, want dat helpt de dialoog.’ Eens, zegt Boer. ‘Je moet elkaar niet vanuit de loopgraven bestoken.’ <