‘Platform is te verhullend in flyer over abortus’
Het gesprek over abortus heropenen, dat is wat de organisatie achter de Week van het Leven voor ogen heeft. Draagt een huis-aan-huisfolder die wijst op ‘de verdrietige realiteit achter abortus’ hieraan bij? ‘Als je een gesprek wilt voeren over abortus, moet je duidelijk zijn over wie je bent en wat je wilt.’

Veenendaal
We moeten het als samenleving niet gewoon gaan vinden dat er elk jaar dertigduizend abortussen plaatsvinden, vindt Diederik van Dijk. Hij is voorzitter van het Platform Zorg voor Leven en één van de drijvende krachten achter de Week van het Leven. Zorg voor Leven slaagde erin al ruim voor deze week begon de aandacht op zich te vestigen door een huis-aan-huisfolder aan te kondigen waarin wordt gewezen op ‘de verdrietige realiteit achter abortus’. Het Platform bedoelt hier naar eigen zeggen mee dat vrouwen soms voor een abortus kiezen vanwege de druk die op ze wordt uitgeoefend door hun partner of familie, door geldzorgen, relatieproblemen of omdat ze niet bekend zijn met de alternatieven.
Deze week viel de folder bij ruim 5,3 miljoen huishoudens in de bus. De flyer roept veel reacties op, merkt Van Dijk. ‘Onze achterban reageert positief, en ook mensen die hier niet bij horen vinden het goed dat we dit geluid laten horen. Kritische reacties zijn er ook, zoals die van het Humanistisch Verbond en D66.’
Het onderwerp leeft dus, maar levert de inhoud van de flyer ook een goed gesprek op?
verhullend taalgebruik
Maarten Bakker en Peter van Zijp, reclamemakers bij BVH Identity Driven Thinking, vrezen van niet. Ze bestudeerden op verzoek van deze krant de flyer en de website waarnaar deze verwijst. Bakker: ‘Het valt mij op dat het taalgebruik behoorlijk verhullend is. Daardoor is het voor mij niet duidelijk wat deze organisatie precies wil. Is dat de verdrietige realiteit achter abortus zichtbaar maken, waarmee de flyer begint, of het aantal abortussen verminderen, zoals de website lijkt te suggereren? Wees gewoon duidelijk over wat je wilt, dat maakt een gesprek veel gemakkelijker.’
Evenmin is duidelijk wie de afzender is, zegt Van Zijp. ‘Wie of wat is het Platform Zorg voor Leven? Wanneer je de website bezoekt, kom je erachter dat dit een organisatie is die vindt dat de abortuspraktijk in Nederland niet in de haak is, doordat vrouwen niet voldoende zouden worden gewezen op de alternatieven voor abortus. Maar wie zijn hierbij betrokken? Dat kan ik niet vinden.’ (zie kader)
Diederik van Dijk is het niet met Bakker en Van Zijp eens dat de flyer onduidelijk is over de doelstelling van het Platform Zorg voor Leven. ‘Kijk alleen al naar het stukje dat we over het kind schrijven, daarin lijkt het mij toch vrij duidelijk dat wij abortus nooit een oplossing vinden. Ik vind dat we een zorgvuldige tekst hebben geschreven, waarin we duidelijk aangeven dat we samen met de moeder naar een oplossing willen zoeken bij een ongewenste zwangerschap.’
De flyer is gelezen door een aantal mensen die niet tot de achterban van het Platform behoren, zegt Van Dijk. ‘Om te voorkomen dat de inhoud als kwetsend wordt ervaren.’ Begrijpelijk, vindt Van Zijp. ‘Maar ik zou niet weten hoe je over abortus moet schrijven zonder ook maar iemand te kwetsen. Ik zie dit juist als een extra reden om duidelijk te zijn over wat je wilt. Want dan kunnen mensen zelf bepalen of ze het ermee eens zijn of niet.’ Bakker: ‘Naast duidelijk zijn, is respect voor de doelgroep die je aanspreekt erg belangrijk. Deze flyer is niet duidelijk genoeg, plastic foetussen op het Binnenhof en andere openbare plekken van leggen, zoals eerder gebeurde, is wel duidelijk, maar niet respectvol. Zorg als Platform Zorg voor Leven dat je in al je communicatie rekening houdt met deze twee uitgangspunten.’
nieuw conservatisme
Dat de folder ondanks het verhullende taalgebruik felle reacties oproept, blijkt uit de actie die presentatrice Merel Westrik op touw zette. In de Net5-talkshow LadiesNight presenteerde ze een sticker die je op je brievenbus kunt plakken wanneer je de flyer niet wilt ontvangen. Het Humanistisch Verbond liet een soortgelijke sticker maken, terwijl D66 in een filmpje de flyer veroordeelde bij monde van Kamerlid Pia Dijkstra. ‘Je wilt toch niet terug naar de tijd waarin abortus verboden was? Het is geen 1970. Het is 2019. Toch klinkt het antiabortusgeluid steeds steviger.’ PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen uitte in het NPO Radio 1 Journaal dezelfde zorg.
Misschien zijn tegenstanders van de flyeractie bang dat hun standpunten minder breed worden gedeeld dan ze denken, vermoedt Van Dijk. Daar lijkt het in de praktijk niet op, zegt sociologe Quita Muis. Ze schreef samen met haar collega Inge Sieben in de laatste Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat Nederlanders steeds toleranter worden ten opzichte van abortus. ‘Ook de groepen van wie je dat niet direct verwacht, zoals orthodoxe christenen.’
Toch is de angst van Dijkstra en Ploumen niet helemaal onterecht, zegt Muis. ‘We zien dat bij jongeren conservatieve standpunten terrein winnen.’ Dat blijkt uit de cijfers die Muis hierover verzamelde: uit een langlopend onderzoek onder zevenduizend Nederlanders blijkt dat van de twintigers 8,1 procent abortus zelden of nooit te rechtvaardigen vindt, bij dertigers ligt dit met 11,5 procent zelfs nog iets hoger. Bij vijftigers en zestigers ligt dit percentage iets boven de 7 procent.
Muis: ‘De conservatieve standpunten van deze jongeren zijn vaak niet gebaseerd op religie, maar op een gevoel van vervreemding. Je moet hun conservatisme daarom vooral zien als een tegenbeweging. Ze zijn dus niet per se tegen abortus, maar omdat ze het gevoel hebben dat alles maar mag, voelen ze zich bedreigd in hun identiteit en verlangen ze naar meer duidelijkheid. Dit zoeken ze in structuren zoals die er in het verleden waren.’
Muis betwijfelt of een flyer zoals het Platform Zorg voor Leven die uitbrengt, het gesprek tussen voor- en tegenstanders van abortus bevordert. ‘Door zo’n flyer voelen mensen zich gedwongen om zich publiekelijk uit te spreken over hun standpunt. Dat versterkt de verschillen. Wanneer je een gesprek wilt bevorderen, moet je juist focussen op overeenkomsten.’
Die gesprekken worden ook gevoerd, zegt Van Dijk. ‘Toen ik directeur werd van de NPV heb ik bewust Christa Compas, de voorzitter van het Humanistisch Verbond, uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek. Ik hoop nog steeds dat we elkaar kunnen vinden in het opkomen voor vrouwen die onder dwang voor een abortus kiezen.’
verwachtingspatroon
Maarten Bakker vraagt zich wel af wat de verwachtingen zijn van het Platform Zorg voor Leven wanneer het het gesprek met andersdenkenden aangaat. ‘Stel nu dat mensen aan het einde van dit goede gesprek nog steeds zeggen: en toch wil ik die abortus. Dan is het doel van het Platform niet gehaald, lijkt me.’ Van Dijk: ‘Ons ideaal is natuurlijk om van iedere Nederlander de ogen te openen voor het wonder van nieuw leven. Wij vinden het doorsnijden van de toekomst van een klein mensje geen oplossing, maar met deze flyer willen we niet alleen laten weten wat we van abortus vinden, het is ook een uitgestoken hand. We willen naast deze vrouwen staan en liefdevolle hulp bieden.’
Bakker en Van Zijp begrijpen de intenties van het Platform, maar zouden het ‘zuiverder’ vinden om zich niet op de ongewenst zwangere vrouwen te richten, maar op de politieke besluitvorming. Bakker: ‘Natuurlijk, dat is lastig met de huidige politieke verhoudingen. Maar met deze flyer richt je jezelf op een kwetsbare doelgroep, terwijl het uiteindelijk gaat over wetgeving waar ze het niet mee eens zijn.’ <
De Week van het Leven, die plaatsvindt van 11 tot en met 16 november, wordt jaarlijks georganiseerd door het Platform Zorg voor Leven. Dit is een samenwerkingsverband van veertien organisaties, waaronder SGP, ChristenUnie, NPV Zorg voor het Leven, Stichting Schreeuw om Leven, zorgverzekeraar Pro Life, het Reformatorisch Dagblad, Family7 en Stirezo Pro Life.
De Week van het Leven wordt vandaag afgesloten met de Mars voor het Leven in Utrecht. Deze stille mars wordt dit jaar voor de 27e keer georganiseerd.