Eén therapie nooit genoeg na seksueel misbruik

Ongelooflijk maar waar: slachtoffers van seksueel misbruik volgen soms jarenlang therapieën terwijl de bron van alle ellende het seksueel misbruik zelf onbesproken blijft. Dat gebeurt nog te vaak, zegt Ivonne Meeuwsen, die gespecialiseerd is in de problematiek rondom seksueel misbruik. Hulpverleners vragen niet goed door en cliënten zullen niet snel zelf aan de orde stellen dat ze misbruikt zijn. De meesten willen daarover wel praten, maar daarover zelf beginnen is een stap te ver. Dat kun je ook niet van hen verlangen, omdat het vaak gepaard gaat met schaamte en schuldgevoelens.
Meeuwsen schat in dat zestig tot zeventig procent van de mensen die zich meldt voor psychische hulp seksueel is misbruikt. Vandaag verschijnt haar nieuwste boek, Hulpverlening na seksueel misbruik. Wegwijzer in Traumaland, waarvoor ze zowel therapeuten als cliënten interviewde. Haar belangrijkste boodschap: Iemand die seksueel is misbruikt, heeft te kampen met een heel setje problemen. Het raakt eigenlijk aan alles, zegt Meeuwsen. Misbruik leidt niet alleen tot een trauma of depressie, maar vaak ook tot lichamelijke klachten, tot gebrek aan vertrouwen, tot een geloofscrisis. En vaak komen daar ook nog praktische problemen bij. Ze hebben hun opleiding niet afgemaakt of kampen met relatieproblemen. Die bijkomende problemen blijven in de hulpverlening buiten beeld.
diagnose
Dat heeft een oorzaak, zegt Meeuwsen. In de zorg moet altijd een diagnose worden gesteld, en seksueel misbruik is geen diagnose. Daarom wordt er bijvoorbeeld vastgesteld dat er sprake is van een depressie. Daarvoor wordt dan behandeling geboden, maar de behandelaar heeft niet door dat het achterliggende seksuele misbruik meer problemen heeft veroorzaakt dan alleen die depressie. Eén therapie is nooit genoeg bij misbruik, verzekert Meeuwsen. Er moet erkenning komen voor het feit dat er na seksueel misbruik meer problemen spelen. Het is een veelkoppig monster.
Die erkenning kan teleurstelling bij de cliënt voorkomen, omdat die zich daardoor realiseert dat na een behandeling niet alle problemen voorbij zullen zijn. Tijdens lotgenotenbijeenkomsten is bijna iedereen boos over en teleurgesteld in de hulpverlening. Ze hebben niet door dat ze meer dan één soort hulpverlening nodig hebben.
Als eenmaal duidelijk is dat er sprake is van misbruik, moet de behandeling zo helder worden neergezet, dat cliënten zelf in de gaten krijgen waar ze nog dingen hebben op te lossen. Op dit moment missen veel slachtoffers van misbruik dat overzicht, en hun therapeuten al net zo.
Meeuwsen vindt dat hulpverleners bereid moeten zijn verder te kijken dan hun eigen expertise, en naar elkaar moeten doorverwijzen. Dat gebeurt nog weinig, omdat negentig procent van de therapeuten van mening is dat ze beter werken dan hun collegas.
regie bij cliënt
Voor hulpverleners heeft ze een rigoureus advies: maak misbruikslachtoffers niet afhankelijk van je door een diagnose te stellen en daar vervolgens een behandeling op te plakken. In plaats daarvan moet de cliënt zelf de regie in handen krijgen. Die moet goed geïnformeerd worden over de behandelmogelijkheden, zodat hij vervolgens zelf een keuze kan maken. Cliënten maken zich afhankelijk van een hulpverlener als ze zeggen: hier is mijn probleem, los het maar op. Als ze zelf de regie hebben over de hulpverlening, kunnen ze ook makkelijker de regie over hun leven weer oppakken. De kern van de problematiek van seksueel misbruik is juist dat mensen die regie zijn kwijtgeraakt.