Te weinig docenten voor godsdienstige vorming
UTRECHT - Er zijn te weinig gekwalificeerde docenten voor het godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (gvo en hvo) op openbare scholen.
Dat heeft Jan Beijer, manager van het landelijk bureau voor humanistisch vormingsonderwijs, laten weten. Sinds 2009 stelt de regering jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar voor de financiering van docenten gvo en hvo. Daaraan gekoppeld is wel de eis dat deze docenten een opleiding hebben gevolgd op hbo-niveau. Voorheen werd het vormingsonderwijs vaak gegeven door vrijwilligers die betaald werden door bijvoorbeeld kerken of het Humanistisch Verbond.
In 2009 maakte ongeveer 60 procent van alle openbare basisscholen gebruik van de landelijke subsidie. De verwachting was dat dit aantal zou toenemen, maar deze groei is volgens Beijer uitgebleven. 'Dat ligt niet aan de behoefte van scholen, maar aan de beperkte beschikbaarheid van bevoegde docenten. Om vormingsonderwijs aan te kunnen bieden op alle openbare scholen, moet het aantal docenten ongeveer verdubbelen.' De lessen levensbeschouwelijke vorming vallen niet onder verantwoordelijkheid van de openbare school, maar als een groep ouders erom vraagt, is de school wel verplicht dit te faciliteren. Ouders hebben in Nederland al sinds de negentiende eeuw het recht de openbare school te vragen om godsdienstig onderwijs van een richting die zij zelf willen. Maar de school mag deze lessen niet verplicht stellen.
Het vormingsonderwijs is grotendeels protestants of humanistisch (beide ongeveer 45 procent). De overige tien procent bestaat uit islamitische en rooms-katholiek vormingsonderwijs. Op een enkele school worden hindoeïstische lessen gegeven.
Volgens Beijer is het protestantse vormingsonderwijs momenteel nog het meest succesvol in het vinden van voldoende docenten. 'Wat het humanistisch vormingsonderwijs betreft, daar verschilt het sterk per regio of er genoeg docenten zijn. En van het islamitisch vormingsonderwijs weet ik dat het graag wil uitbreiden, maar ook daar is het docententekort een knelpunt.'
Door het gebrek aan bevoegde leerkrachten, komen sommige scholen nu op een wachtlijst terecht. Als er wel genoeg docenten zouden zijn, zou de subsidie van 10 miljoen euro tekortschieten, stelt Beijer. 'We zijn daarover in overleg met het ministerie, maar voorlopig houden het subsidieplafond en het docententekort elkaar in evenwicht.'