Nederlandse bodem smerig
Waar werd de kolenkit tachtig jaar geleden geregeld geleegd? In de achtertuin. Waar bleef het bouwafval na een verbouwing van de keuken? Onder het gazon. Waar stond die oude koelkast eerst nog een half jaar te lekken voordat hij naar de sloop werd gebracht? Het zal wel duidelijk zijn.
Nederland heeft veel, waarschijnlijk heel veel vervuilde grond. Landelijk wordt momenteel in kaart gebracht welke grond verontreinigd is en maar liefst 600.000 plekken zijn verdacht. Ongeveer 60.000 van die locaties zijn naar verwachting zo vervuild dat ze van de overheid de komende vijfentwintig jaar moeten worden schoongemaakt.
Dat lijkt heel wat, maar al met al zal de soep niet zo heet worden gegeten als ze wordt opgediend. Pakweg twintig jaar geleden was de regel dat alle vervuiling moest worden verwijderd, nu geldt dat de verontreinigde grond kan blijven liggen als de bodem geschikt is voor de functie die hij vervult. Met andere woorden: onder een parkeerplaats kan veel, in een moestuin of speeltuin een stuk minder. Veel vervuiling verplaatst zich niet en kan al aangepakt worden met een laag schone grond erboven.
Taferelen als in Lekkerkerk, waar 25 jaar geleden een complete wijk er als een slagveld uitzag, zullen in de saneringsronde niet veel te zien zijn. ,,De afgelopen vijfentwintig jaar is er veel geleerd'', zegt bodemdeskundige Jos Verheul. ,,We weten beter hoe stoffen zich in de bodem gedragen en dus ook over de risico's. We weten meer over ecosystemen en saneringstechnologie.''
Een grote stap is volgens Verheul gezet in het biologisch afbreken van vervuiling. Je kunt wel gaan pompen en graven, maar het is een stuk verstandiger om gebruik te maken van de natuur. In de natuur breekt de ene stof de andere af en houd je uiteindelijk een schoon eindproduct over. Dankzij Lekkerkerk is Nederland ver met het gebruik van de natuur, verder dan welk land ook in de wereld.''
Eigenaren
De rol van de eigenaren van de grond, bedrijven en huiseigenaren, wordt bij de huidige saneringen groter dan in het verleden. De overheid heeft geen zin in discussies over het opruimen en komt met een wetswijziging die klip en klaar moet maken wie verantwoordelijk is voor de rommel. Waar nu geldt 'de vervuiler betaalt', is de eigenaar van een terrein in de toekomst altijd verantwoordelijk voor het 'saneren'.
Als tegemoetkoming is een subsidieregeling in de maak. Voor bedrijven geldt: hoe minder de eigenaar verantwoordelijk is voor de vervuiling, hoe meer subsidie hij krijgt. Bij huiseigenaren ruimt de overheid de vervuiling op als zij kunnen aantonen dat zij de vervuiling niet hebben veroorzaakt. Meestal komt de sanering op rekening van de overheid. Alleen als onder het huis een oude olietank wordt gevonden moet de eigenaar op eigen houtje zorgen voor de schoonmaak.
Met de kennis over vuile grond en de oplossingen die worden bedacht, lijkt vervuiling tegenwoordig vooral een imagoprobleem. ,,Mensen en de media spreken al snel over een gifwijk terwijl er helemaal geen sprake is van gif'', zegt Bas van de Griendt, specialist op het gebied van vastgoed en bodemvervuiling bij ingenieursbureau Royal Haskoning. ,,Volgens medisch milieukundigen van de GGD bijvoorbeeld is er nog nooit iemand ziek geworden van bodemvervuiling.''
Van de Griendt heeft veel onderzoek gedaan naar het effect van vervuiling op de huizenmarkt. ,,Dat is een probleem dat al lang bestaat, maar waar eigenlijk nog nooit goed naar was gekeken.'' Hij heeft ontdekt dat kopers banger zijn voor bodemvervuiling dan voor lpg-tanks, een chloortrein of een snelweg. Hij heeft ook ontdekt dat vervuiling een te bagatelliseren effect heeft op de prijs. Vaak wordt gedacht dat de prijs daalt als er ongezonde vervuiling is geconstateerd, zeker als de vervuiling in het nieuws komt. Zodra de grond gesaneerd is, kruipt de prijs weer naar een normaal niveau. Soms blijft een huis langer te koop. ,,Maar van een blijvend stigma is geen sprake.''
De huizenmarkt kan volgens Van de Griendt behoorlijk in toom gehouden worden. ,,Eigenaren en kopers willen duidelijkheid. Als de overheid zegt: dat is wat er zit, dat is wat we gaan doen en zo wordt het betaald, is er veel gewonnen.''