Veilig carbidschieten door aan een touwtje te trekken

Barneveld
In het schuurtje van Harm Hol, midden in een woonwijk in Barneveld, staan twee jongens uit Wageningen. Ze willen met Oud en Nieuw carbidschieten en hebben gehoord over de veilige methode die Hol daarvoor ontwikkeld heeft. Het zijn ‘starters’ in het volksvermaak, merkt Hol al snel en daarom legt hij nog maar eens goed uit wat de basis is: een beetje carbid in een melkbus met wat water er overheen levert een licht ontvlambaar gas op. Daar moet vervolgens een vlammetje bij komen. Hij demonstreert de ontsteking die hij maakte om dat van een afstand te doen. Wat zo’n ontsteking kost? ‘18 euro’, zegt Hol, ‘en dan heb je er jaren plezier van. Je staat niet meer met je snufferd boven die bus.’
Carbidschieten is in behoorlijk wat plaatsen een traditie met Oud en Nieuw. Sinds 2014 staat het zelfs op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed in Nederland. Het is veel gezelliger dan vuurwerk afsteken, weet Hol. ‘Iedereen kan een lontje aansteken en een rotje weggooien, maar carbidschieten doe je samen. Er ontstaat altijd een groep omheen. Wij deden het aanvankelijk in een woonwijk in Barneveld en dan kwam er vanzelf iemand langs met een schaal oliebollen. Helaas mag carbidschieten nu alleen nog in het buitengebied.’
Hoe gezellig het ook is, het is niet ongevaarlijk. Wie op Youtube zoekt, vindt tal van filmpjes waarop het mis gaat. En het Brandwondencentrum in Groningen meldde onlangs dat het aantal patiënten dat binnenkwam door carbidschieten het afgelopen jaar verdriedubbeld was (van drie naar tien). ‘Het blijft spelen met vuur’, waarschuwt Hol. ‘De ongelukken komen vaak door dezelfde oorzaak: het vuur slaat niet naar binnen, maar het vlammetje blijft buiten de bus branden. Dan heb je dus een tijdbom. Want zodra het vlammetje alsnog het carbid bereikt, ontploft het.’
ingenieuze constructie
Tien jaar geleden bedacht Hol dat het veiliger moest kunnen. Hij kocht een komaansteker en bevestigde daaraan een ingenieuze constructie, waarmee hij hem kon vastzetten in zijn melkbus en het vuursteentje op afstand kon bedienen door aan een touwtje te trekken. Daardoor kon het vuur ook nooit meer buiten de bus blijven smeulen. Op een grasveldje vlak bij zijn huis demonstreert hij hoe zijn carbidbus werkt. In plaats van met een deksel of voetbal, dekt hij de bus af met plastic. Daarvoor ontwikkelde hij een beugel om het plastic vast te zetten. In een woonwijk moet je namelijk niet met ballen of deksels gaan schieten, vindt hij. En voor het geluid maakt het niet uit, blijkt als zijn zoontje even later trekt aan een touwtje van een meter of acht. Een oorverdovende knal volgt. ‘Deze valt nog wel mee’, oordeelt Hol. Maar twintig seconden later staat er een buurvrouw bij hem met het verzoek er direct mee te stoppen.
De Wageningers zijn overtuigd. Ze vertrekken met een emmertje carbid, een ontsteking en een beugel. Toen Hol de ontsteking ontwikkelde, was hij nog niet van plan een handeltje te beginnen. Het begon toen een paar jongens naast hem met een brandertje bezig waren en zagen hoe hij knallen produceerde door simpelweg aan een touwtje te trekken. Hij maakte er tien, die direct weg waren. Het jaar erna produceerde hij er tachtig. Ook te weinig voor de vraag. Daarop besloot hij ze grootschalig te gaan produceren. Inmiddels verkoopt hij er een paar honderd per jaar. ‘De mensen komen uit het hele land’, zegt hij. ‘Ik kan het opsturen, maar kort voor Oud en Nieuw lukt dat niet altijd meer. Ik heb hier mensen uit Den Haag gehad.’
Inmiddels doet zijn vrouw de administratie en helpt iemand uit zijn kerkelijke gemeente met het produceren van de ontstekingen. Het geld dat hij ermee verdient, krijgt een speciale bestemming. ‘Mijn vrouw en ik wilden graag een reis maken met Open Doors naar Noord-Korea. We hebben besloten dat te doen als we het van de opbrengst konden betalen. Inmiddels hebben we meerdere reizen gemaakt. Mijn vrouw is naar een vluchtelingenkamp in Turkije geweest en ik heb christenen bezocht in Noord-Irak. Het maakt veel indruk op ons om gelovigen daar te ontmoeten. Het is toch mooi dat dit mogelijk is geworden door zo’n ijdel spelletje. Want laten we eerlijk zijn, wat is er nu ijdeler dan een knal?’ <