'Leer kleuters al vroeg hoe anderen denken'

Wat hebt u onderzocht?
‘We testten het vermogen van kinderen om zich voor te stellen hoe een ander denkt. Heel kleine kinderen hebben dit vermogen nog niet. Denk aan peuters die verstoppertje spelen met hun handen voor hun ogen. Ze denken: als ik niemand zie, ziet niemand mij. Als kinderen een jaar of vier zijn, leren zij spelenderwijs dat mensen andere dingen kunnen denken dan zijzelf. Al eerder kunnen ze bedenken dat anderen verdrietig zijn, of graag iets willen. We ontdekten dat een training van twee keer drie kwartier al genoeg is om kinderen een gevorderde vorm van dit vermogen aan te leren. Zo helpen we hun sociale denkvermogen te ontwikkelen.’
Hoe ontdek je dat dan?
‘Zo’n honderd Groningse kleuters kregen verhaaltjes te zien. Zoals: een moeder wil haar zoontje verrassen voor zijn verjaardag, met een hondje. Ze vertelt hem dat hij een basketbal krijgt. Het kind heeft het hondje echter per ongeluk al gezien, maar dat weet de moeder niet. Oma vraagt wat de zoon denkt te krijgen op zijn verjaardag. Wat zegt de moeder dan? Vóór de training zeiden veel kinderen wat het jongetje echt heeft gezien. Na de training zeiden ze wat de moeder dácht dat het kind verwachtte. Door de training gingen ze van 30 naar 70 procent goede antwoorden. ‘
Hebben volwassenen hier iets aan?
‘Ja, van die vaardigheid hebben mensen hun hele leven profijt: bij werken in teamverband, bij het doorzien van leugens en in onderhandelingen. Als je je huis wilt verkopen, moet je niet zeggen dat je al een ander huis hebt gekocht. Die ander weet dan: je hebt haast om te verkopen. Dan krijg je dus een lagere prijs. Een goed onderhandelaar stelt goede vragen.’
En de wereld, heeft die er iets aan?
‘Ja , ik denk van wel. Je ziet in de politiek emoties vaak hoog oplopen. Tussen Palestijnen en Israëliërs gaat het bijna nooit goed. Maar een vredesverdrag was toch al eens dichtbij. Jimmy Carter keek, in Camp David, wat voor beide partijen goed zou zijn, hoe ze beide min of meer tevreden zouden zijn met de uitkomst. In ieder tijdperk heb je mensen die heel goed kunnen onderhandelen. En ik hoop dat mensen die vaardigheid beter leren beheersen. Ook in het gezin ben je steeds aan het onderhandelen. Zoals: waar gaan we heen met vakantie?’
Aan welk vervolgonderzoek denkt uw vakgroep?
Ik zou graag met net zulke verhaaltjes onderzoek doen naar de oogbewegingen van kinderen als ze de plaatjes bekijken. Zo krijg je een beter idee van hoe ze precies redeneren bij het verwerken van die informatie. Ook willen we onderhandelspellen ontwikkelen voor volwassenen in een grote groep, liefst via een app voor de iPhone. Nadeel van veel onderzoek bij volwassenen is namelijk dat het bijna altijd bij studenten gebeurt, met ongeveer hetzelfde IQ. Met een app kun je de onderzoeksgroep veel breder maken.’