Een criminele omgeving maakt geen criminelen
Waar je mee omgaat, daarmee word je besmet. Tenminste, dat is vaak het idee. Maar dat hoeft niet het geval te zijn, zegt juriste Sheila Adjiembaks. Zij promoveert woensdag op de levensverhalen van resisters, personen die opgroeiden in een criminele omgeving, maar desondanks zelf niet het boevenpad kozen.

Heerlen
Adjiembaks is naar eigen zeggen de eerste die onderzoek doet naar deze vergeten groep. ‘Aandacht voor wie stopt of doorgaat, is er altijd wel geweest. Maar voor de mensen die er nooit aan begonnen zijn, is die aandacht er niet.’
Om hoeveel mensen gaat dit dan?
‘Dat weet ik niet, dit betreft een kwalitatief onderzoek. Ik heb in totaal twintig resisters gesproken, omdat ik hun levensverhaal voor het voetlicht wil brengen, zodat dit misschien anderen inspireert niet het criminele pad te kiezen.’
Dat wordt hun misschien door hun omgeving niet altijd in dank afgenomen. Hoe kwam u in contact met deze resisters?
‘Door op verschillende plekken, waaronder de universiteit, gewoon open te werven en te vragen naar iemand die in een crimineel milieu is opgegroeid. De namen heb ik later gefingeerd.’
Waardoor is het deze personen gelukt hun criminele omgeving achter zich te laten?
‘Dat kan verschillende oorzaken hebben, maar ik onderscheid zes zogenaamde bronnen van veerkracht, waardoor ze niet het criminele pad zijn opgegaan. Vaak zijn het mensen die in twee werelden leven: het criminele milieu en de school bijvoorbeeld. Dan kan het zo zijn dat ze zich schaamden voor het criminele milieu waaruit ze afkomstig waren en ze op school juist positief werden gestimuleerd, zodat ze niet voor de criminaliteit kozen. Het kan ook zo zijn dat juist een criminele vader voor hen de motivatie was zelf geen crimineel te worden. Door zijn negatieve invloed op het gezinsleven dachten ze: zo wil ik in ieder geval niet worden. Het gebeurt trouwens ook wel dat juist een criminele vader tegen zijn zoon zegt: zo moet jij niet worden.’
In hoeverre beslist iemand zelf om wel of geen crimineel te worden?
‘Dat is lastig te zeggen, vaak betreft het natuurlijk een wisselwerking tussen persoon en omgeving. Je kunt het hoogstens achteraf aanwijzen.’
U schrijft dat het uitblijven van een criminele carrière zowel winst als verlies kan betekenen.
‘Klopt. Winst in de zin van weerbaarheid, want deze mensen hebben zich al jong moeten verzetten tegen delictgedrag. Maar ook verlies in de zin van sociale relaties, want hun omgeving is misschien niet blij met hun weigering.’
Wat kunnen hulpverleners, zoals jeugdwerkers, doen om resisters te erkennen?
‘Laat resisters niet links liggen en luister naar hun verhalen. Benader hen niet zozeer vanuit de veronderstelde risico’s, maar vanuit een positieve invalshoek, die toestaat samen op zoek te gaan naar wat betekenisvol is. Laat resisters dus echt hun verhaal doen. Het kan lang zwijgen doorbreken, erkenning geven, en ruimte verschaffen om veerkracht en doorzettingsvermogen in positieve zin binnen een criminele context in te zetten. En: hun verhalen stimuleren misschien anderen weer.’