Correctieregel helpt leerling niet

Utrecht
Dat zegt advocaat Wilco Brussee, specialist op het gebied van onderwijsrecht. De nieuwe maatregel werd midden in de afgelopen examenperiode goedgekeurd door minister Arie Slob van Onderwijs en vrijdag 1 juni gepubliceerd in de Staatscourant. Leerlingen van wie een examenvraag ten onrechte fout is gerekend, en waarbij die ‘onvolkomenheid’ niet op tijd is gecorrigeerd, krijgen volgens een wiskundige formulering daardoor een gedeeltelijke compensatie.
Volgens de advocaat geeft de nieuwe formule een subjectieve uitkomst. Hoe alle leerlingen een ‘onvolkomen vraag’ hebben beantwoord, weegt mee bij het vaststellen van het cijfer. ‘Als maar weinig leerlingen een moeilijke vraag goed hadden, zou je verwachten dat een gedupeerde scholiere een hogere compensatie krijgt. Maar die is juist lager. Andersom: als veel mensen een vraag goed hadden, verwacht je: minder compensatie. Maar juist dan krijg je meer.’
Brussees lezing wordt bevestigd door de wiskundige Gerard Koolstra, redacteur van de digitale wiskundE-brief voor wiskundeliefhebbers. ‘Je helpt de leerling er niet mee. Een regeling moet namelijk niet alleen technisch kloppen, maar ook aansluiten bij het rechtsgevoel. Je zou de regeling moeten omdraaien: is de vraag goed gemaakt, dan een lagere compensatie. Is de vraag slecht gemaakt, dan een hogere compensatie.’
Bestuurslid Kitty Willemsen van de Vereniging van Leraren in levende talen daarentegen denkt dat de regeling helpt verkeerde beoordelingen te voorkomen. ‘Ik vertrouw erop dat dat wel goed zit.’
onrust
Dat deze formule er is gekomen, houdt verband met de onrust die vorig jaar ontstond over het vaststellen van de cijfers. Als alle examens zijn gemaakt, worden ze nagekeken aan de hand van een correctievoorschrift van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Op grond van de moeilijkheidsgraad, in vergelijking met examens van andere jaren, wordt vervolgens een normering opgesteld. Aan de hand daarvan volgt een berekening van de definitieve cijfers.
In het correctiemodel zaten vorig jaar niet ontdekte fouten, waardoor leerkrachten verplicht waren een goed antwoord toch fout te rekenen. ‘Boze’ leraren besloten bij het nakijken af te wijken van het correctiemodel. Ze keurden in hun ogen goed beantwoorde opgaven toch goed.
rechter
Een scholiere uit Brabant stapte in augustus vorig jaar naar de rechter, nadat zij op 0,1 punt was gezakt voor haar examen. Bij het vwo-examen Frans was een vraag aanvankelijk als fout beoordeeld. Ze kreeg daarom geen punt. Haar antwoord bleek achteraf goed te zijn, maar het onafhankelijke CvTE besloot alle leerlingen te compenseren, zij het lager. De leerling kreeg daarom een 4,0 – net niet voldoende voor een diploma. De rechter oordeelde dat er niet onrechtmatig was gehandeld in de richting van het meisje. De scholiere ging in beroep. De zaak ligt nu bij de Hoge Raad.
Advocaat Wilco Brussee, die de belangen van de scholiere behartigt, reageert verontwaardigd op de nieuwe compensatieregeling. ‘In hoger beroep heb ik met eenvoudige sommen laten zien dat de formule ondeugdelijk is. Op basis hiervan krijgen scholieren onvoldoende compensatie voor de fouten die zijn gemaakt door het CvTE.’
De organisatie gebruikt deze formule al jaren, leest hij in de toelichting op de regeling. ‘Dat vind ik zeer zorgelijk. Al vele jaren zijn dus scholieren gedupeerd.’
Brussee ziet de nieuwe regeling als ‘een reparatie’. Het CvTe, dat reageert namens het ministerie van Onderwijs, bevestigt dit laatste en spreekt van een ‘explicitering’ van een al bestaande praktijk. De organisatie vond het nodig al dit jaar duidelijkheid te verschaffen, anders zou dat pas volgend jaar zijn. ‘Ook vereist de totstandkoming van een wijziging in een regeling een zorgvuldig – juridisch – proces.’
De organisatie zegt zich niet te herkennen in de kritiek op de compensatieformule. ‘Ons hebben nog geen vragen – van kenners – bereikt, maar als dat wel gebeurt, zullen wij die graag beantwoorden.’ <
Volgens een woordvoerder van het College voor Toetsen en Examens zijn er dit jaar ongeveer vijftig correcties en aanvullingen op het correctievoorschrift, het document met de goede antwoorden op de examenvragen. Het aantal ‘onvolkomenheden’, fouten die niet meer meegenomen kunnen worden, weet ze nog niet. De normering voor het bepalen van de cijfers moet nog worden vastgesteld. ‘Maar dit komt elk jaar een aantal keren voor.’
Net als vorig jaar zijn er ook dit jaar in de examens fouten gemaakt, waarvoor mogelijk een beroep moet worden gedaan op de richtlijnen van de nieuwe compensatieregeling. Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit, ontdekte een fout in het vwo-examen Nederlands waarin leerlingen een tekst moesten samenvatten. ‘In een column betoogt Rosanne Hertzberger dat ingenieurs geen extra filosofische scholing nodig hebben omdat ze ook zelf goed kunnen nadenken over hun uitvindingen. Leerlingen moeten dit samenvatten als: bètawetenschappers kunnen zelf goed genoeg nadenken. Het antwoord ‘ingenieurs’ moet fout worden gerekend. Dat is onjuist. Hertzberger heeft gezegd dat ze doelde op ingenieurs en niet op bètawetenschappers.’ Maar de tijd om het correctievoorschrift nog te wijzigen is voorbij, zegt Van Oostendorp.