Marokkaanse leerling krijgt vaker hoger schooladvies
Amsterdam
Dit blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2018, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag heeft uitgebracht. Ook meer leerlingen met een Antilliaanse, Surinaamse en Turkse achtergrond gaan naar de havo of het vwo. Een eenduidige oorzaak is niet aan te wijzen. ‘Ik vermoed dat meespeelt dat er de laatste jaren meer aandacht is voor gelijke kansen in het onderwijs’, zegt woordvoerder Tanja Traag van het CBS.
Louise Elffers, die bij de Universiteit van Amsterdam onderzoek doet naar kansenongelijkheid in het onderwijs, zoekt de verklaring in de ‘opwaartse sociale mobiliteit’ in migrantenkringen. ‘Deze leerlingen hebben steeds vaker ouders die ook in Nederland naar school zijn geweest’, zegt ze. ‘Zij spreken beter Nederlands, zijn zelf hoger opgeleid en weten hoe belangrijk de overgang van basisschool naar middelbare school is.’ Dat wordt nu zichtbaar in de cijfers.
Vorig schooljaar zat 32 procent van de leerlingen van Marokkaanse afkomst in het derde leerjaar op havo of vwo. Twaalf jaar eerder was dat nog slechts 20 procent. Turks-Nederlandse leerlingen gaan ook steeds vaker naar havo of vwo, maar daar was de stijging minder sterk: van 21 naar 27 procent.
Leerlingen met een migrantenachtergrond krijgen de laatste jaren ook vaker een hoog basisschooladvies. Het aandeel Marokkaans-Nederlandse kinderen met een havo-advies of hoger steeg in acht jaar van 33 naar 42 procent. Bij Turks-Nederlandse leerlingen nam dat aandeel ook toe: van 31 naar 38 procent.
Verder valt op dat leerlingen met een Iraanse achtergrond het uitstekend doen op school. Meer dan de helft van de derdeklassers uit Iran zat in schooljaar 2017/2018 in een havo- of vwo-klas. Daarmee scoren zij iets beter dan scholieren met een Nederlandse achtergrond, van wie 49 procent havo of vwo doet. <