Meidenclub voor vluchtelingen: 'We willen ons leven met deze meiden delen'

Ede
Verscholen in hun jassen druppelen de meiden één voor één binnen. Buiten regent het, maar het huis van Wilma Mussche (28) is behaaglijk warm. ‘Kom snel binnen’, heet ze de tieners welkom. ‘We hebben vanaf het begin gevraagd om op de fiets te komen’, legt haar vriendin Marije van den Berg (26) uit. ‘Zo leren ze Ede kennen én beter fietsen.’
Sinds een jaar bieden de vriendinnen elke woensdagmiddag een thuis aan een stuk of twintig tienermeiden met een vluchtelingenachtergrond. Ook student social work Swanita van Gent helpt mee. Toen ze ontdekten dat er in Ede niets voor de doelgroep was, zette het drietal eigenhandig iets op. In hun vrije tijd en uit eigen zak betaald, gedreven door een warm hart voor vluchtelingen.
‘We willen een laagdrempelige plek zijn waar ze even niets hoeven. In het dagelijks leven moeten deze meisjes al zoveel: integreren, de taal leren … Hier kunnen ze ontspannen en zichzelf zijn, ínclusief hun culturele achtergrond. Laatst was er een Syrisch concert in Ede, daar zijn we samen naartoe geweest. We eten regelmatig mee bij de gezinnen thuis en dansen op Arabische muziek. Door dingen te doen uit hun eigen cultuur, voelen ze zich gezien. Vaak wordt daaraan voorbijgegaan, want je moet vooral zo snel mogelijk kunnen meedraaien als Nederlander. Maar die erkenning van hun cultuur maakt integreren een stuk makkelijker.’
De meidenclub helpt de tieners hun omgeving te leren kennen en dingen te ondernemen die Nederlandse jongeren ook doen. Iedere week staat iets anders op het programma. ‘Afgelopen zomer gingen we bijvoorbeeld zwemmen bij het Henschotermeer in Woudenberg. ‘Als we met jou zijn, mag ik van mijn moeder’, zeggen de meiden vaak.’ Vandaag stond een boswandeling gepland, maar met het grauwe weer lijkt dat de dames geen goed plan. Snel wordt er een noodoplossing bedacht. ‘We gaan naar de Hema, daar kun je ‘s middags goedkoop thee of koffie drinken met een gebakje. Dat is dan wel weer lekker Hollands’, zegt Van den Berg lachend.
suikerzakjes
Gegiebel en geklets vult het Hema-restaurant. Aan een van de tafeltjes verdwijnt een handvol suikerzakjes in een glas thee. De meeste meiden hebben een Syrische of Eritrese achtergrond en wonen gemiddeld zo’n twee jaar in Nederland. Inmiddels trappen ze soepel door de stad en spreken ze een aardig woordje Nederlands. Maar niet lang geleden zagen hun levens er heel anders uit. ‘Ik heb hier leren fietsen’, vertelt de Eritrese Bana (16) die nu met haar zussen en ouders in Ede woont. ‘In Eritrea hadden we een kameel, daar haalden we water mee.’ Honderduit kletsend zit ze dicht naast Van den Berg. ‘Marije is als mama’, zegt ze giechelend. ‘Vriendinnen maken met Nederlandse meisjes is moeilijk. Zij snappen mij vaak niet. Marije begrijpt altijd wat ik bedoel.’
Met hun achtergrond als sociaal werker, jongerenwerker bij het Leger des Heils en groepsbegeleider bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers staan de dames midden in de samenleving. Van den Berg runde al eerder een meidenclub in het azc in Leersum. ‘Toen er een noodopvang in Ede kwam, leerde ik hier ook steeds meer meiden kennen. Samen met Wilma ben ik toen naar een internationale schakelklas gegaan, waar we de meiden uitgenodigd hebben een keer bij ons thuis te komen. De eerste keer was het gelijk volle bak.’
Inmiddels is de band zo hecht dat er ook tussen de woensdagen door veel contact is. ‘Bij sommige gezinnen komen we wekelijks over de vloer. Dat schept een vertrouwensband. Ik krijg ook weleens appjes. Soms met serieuze vragen over Nederlandse brieven, maar ook over hoe het bij ons werkt om een vriendje te krijgen bijvoorbeeld.’
Het meidenwerk mag hun iets kosten, vertelt Van den Berg. ‘We zien ook de nare dingen zoals trauma’s, armoede, het gemis van familie en de strijd van opgroeien tussen twee culturen. De verhalen over het onrecht in hun levens geven ons weleens een machteloos gevoel. Hoe kan de wereld zo werken? Het staat in groot contrast met onze eigen levens. Wij geven echt om de meiden. Als zij lijden, raakt dat ons ook.’
leven delen
De dames hebben een christelijke achtergrond, maar dragen hun geloof niet actief uit in de meidenclub. ‘Ze weten dat we christen zijn, maar we kiezen er bewust voor daar verder niets mee te doen. Best wat meisjes komen uit een streng moslimgezin. Ons doel is niet om daar iets aan te veranderen, maar om hun een veilige plek te bieden. Ons christen-zijn dragen we vooral uit door ons leven met hen te delen. Het mooie en minder mooie. We laten ze heel dichtbij komen. Als ik mijn verjaardag vier voor vrienden, nodig ik al deze meiden ook uit. Zo willen we getuigen in plaats van overtuigen. Soms vraag ik, vanuit die band, weleens een meisje mee naar de kerk. Maar hun vrijheid vind ik daarin het allerbelangrijkst.’
De komende tijd willen de vrouwen hun club verder professionaliseren. ‘De afgelopen tijd zijn we flink gegroeid. Samen met Adaja Kraal, die een Somalische meidengroep organiseert in Ede, willen we een stichting opzetten: The Girl Movement. We zien zoveel kansen om meiden te helpen integreren; daar willen we iets mee doen.’
Naast Ede hebben ook andere steden vergelijkbare meidenprojecten, zoals Amersfoort en Barneveld. Daarnaast is in meerdere plaatsen Connect Us, een initiatief van stichting Gave voor zowel gevluchte jongens als meiden. Van den Berg hoopt dat er meer meidenclubs ontstaan. ‘Ik kom nu nog vaak meiden tegen uit steden waar niets voor hen is. Het zou tof zijn als zij ook ergens terechtkunnen. Het hoeft niet moeilijk te zijn, je moet alleen net weten hoe. Met onze ervaring kunnen wij daarbij helpen.’ <