Kinderombudsman pleit voor terughalen van kinderen van jihadisten

Den Haag
Doordat ISIS het afgelopen jaar flink teruggedrongen is, zijn veel gezinnen van strijders gevangengenomen en in kampen van Koerdische autoriteiten in het noordoosten van Syrië terechtgekomen. Dit geldt ook voor Nederlandse families die naar het gebied waren afgereisd om zich bij ISIS aan te sluiten – voor het merendeel moeders met kinderen. Zij leven in de kampen vaak onder slechte omstandigheden. Momenteel zet Nederland zich niet in om minderjarige kinderen van Syriëgangers terug te halen.
‘Degenen die zijn afgereisd naar ISIS-gebied hebben willens en wetens de keuze gemaakt om zich aan te sluiten bij een terroristische groepering’, schreef minister Grapperhaus in december aan de Tweede Kamer. Kinderombudsman Kalverboer vindt dat de kinderen er niet de dupe van mogen worden dat hun ouders naar Syrië zijn vertrokken. Ze zijn ‘door de keuzes van hun ouders ernstig in hun ontwikkeling bedreigd en kunnen door hun ouders onvoldoende beschermd worden’, schrijft ze in de brief. ‘Ik verzoek u opnieuw om deze kinderen te beschermen.’
internationaal verband
In april vorig jaar deed de kinderombudsman dezelfde oproep. Kalverboer zei toen dat ‘niets doen onacceptabel is en in strijd met het Kinderrechtenverdrag’. Ze benadrukte dat Nederland verantwoordelijkheid moet nemen en alles in het werk moet stellen om de kinderen terug te halen, eventueel in internationaal verband.
Grapperhaus zei destijds dat Nederland geen gezag heeft in Syrië en de kinderen daarom niet terug kan halen. Kalverboer wijst de minister er nu op dat diverse andere Europese landen wel pogingen doen om de kinderen te repatriëren. In België oordeelde een rechter dat de regering verplicht is een deel van de kinderen terug te halen. Ook Frankrijk is ermee bezig. Hoeveel Nederlandse kinderen er in kampen gevangenzitten, is onduidelijk. Volgens schattingen gaat het om minstens 145 kinderen in het strijdgebied in Syrië en Irak en dertig daarbuiten. <