Egels zijn na droge zomer niet dik genoeg voor winterslaap

Zoetermeer
Er beweegt wat in het stapeltje slierten van papier: egel Tiego draait zich om in zijn slaapzak. Dat is een open envelop van krantenpapier die de egelopvang in Zoetermeer voor zijn gasten plakt en vult met papierwol die rechtstreeks uit de papiervernietiger lijkt te komen. Tiego kan de winterslaap nog niet vatten en woelt wat in het nestje achter het glazen deurtje waaraan zijn dossier hangt.
Tiego is een van de ruim zeventig egels die de opvang onderdak biedt en een van de tweeëntwintig die in de ziekenboeg verblijven. Ze zijn niet alleen te zwak om de winter op eigen kracht door te komen, maar hebben ook last van schurft, schimmels, parasieten of een verwonding. Tiego heeft onvoldoende reserves opgebouwd. Uit het dossier blijkt dat hij ondanks diarree wel wat zwaarder wordt.
‘Egels moeten over voldoende vet beschikken om de winter goed door te komen’, verklaart Ita Roelofs, vrijwilligster bij de opvang in Zoetermeer. ‘Tijdens de winterslaap verliezen egeltjes wel twintig procent van hun gewicht.’
Als ze in goede conditie zijn gaan de lichaamsfuncties in een soort spaarstand. ‘De hartslag daalt van honderdnegentig naar twintig keer per minuut, hun lichaamstemperatuur zakt van 36 naar vier graden Celsius en de ademhaling wordt beperkt tot eens in de drie minuten. De behoefte aan eten en drinken is minimaal. In de natuur slapen de dieren van november tot het voorjaar bijna onafgebroken. Sommige worden pas in mei weer wakker.’
kattenbrokjes
Ita Roelofs is lid van het medisch team van de opvang. Een schoonmaakploeg houdt de kooien zuiver en voorziet de dieren dagelijks van vers water en kattenbrokjes. ‘Niet wegen, in winterslaap’, staat er op papiertjes op de deurtjes. In die gevallen wordt voorzichtig gecontroleerd of de diertjes nog in leven zijn. ‘Je wilt niet dat er één blijft liggen als hij al dood is’, glimlacht Roelofs. In de ziekenboeg hangt een rek met stevige zwarte handschoenen tegen ziektekiemen en de stekels. ‘We wassen de handschoenen ook als we van de ene naar de andere kooi gaan’, legt Roelofs uit als ze Tiego weer in zijn slaapzak heeft gezet.
Dat egels overal in het land massaal in de opvang terecht zijn gekomen, wordt toegeschreven aan de warme en vooral droge zomer. De diertjes, die vooral leven van slakken, regenwormen, insecten en fruit, hadden moeite om aan de kost te komen. Slakken waren er veel minder dan normaal en regenwormen kruipen bij droogte diep in de grond en worden dan onbereikbaar. ‘Normaal hebben wij het eind augustus druk, nu was dat in november.’ De opvang meent dat dit vooral komt doordat de egelvrouwtjes veel later dan normaal een tweede nestje jongen wierpen. Doorgaans komt het eerste nestje in de periode tussen mei en juli en het tweede volgt enkele maanden later.
#egel opvang #zoetermeer pic.twitter.com/PFGgJD4q6D
— Snelontruiming.nl (@snelontruiming) January 4, 2019
tweede leg
Overigens is niet uitgesloten dat sommige vrouwtjes aan het eind van de zomer een derde nestje jongen hebben geworpen. ‘Het zijn altijd de jongen uit de laatste nestjes die in de problemen komen’, stelt Roelofs. ‘Die hebben dan te weinig tijd om voldoende reserves op te bouwen voor de winter.’
De ongunstige zomer breekt dit jaar niet alleen de ‘tweede leg’, maar ook oudere egels op. ‘Nogal wat dieren die zijn binnengebracht, hadden onvoldoende gedronken en vertoonden uitdrogingsverschijnselen. Ook zijn er opvallend veel uit sloten en vijvers gevist.’
Volgens de Zoogdiervereniging brengen egels jaarlijks meestal maar één nestje groot. ‘Een tweede of zelfs derde worp volgt als eerdere jongen het niet hebben gehaald. Dit jaar produceerden vrouwtjes vanwege het voedselgebrek te weinig melk voor hun jongen’, legt Merel Klaarmond, oprichter en coördinator van de Egelwerkgroep van de Zoogdiervereniging uit. Jongen uit latere nestjes hebben het zwaar omdat ze laat geboren worden en onvoldoende reserves opbouwen. ‘Ze moeten zeker drie ons wegen om in winterslaap te gaan, maar aangenomen wordt dat ze onder de zes ons weinig kans maken de winter ook te overleven.’ Klaarmond schat dat de opvangcentra dit jaar ‘twintig tot wel vijftig procent’ meer egels helpen dan normaal.
Egeltje Tiego woog nauwelijks twee ons toen hij in Zoetermeer werd binnengebracht. Overigens worden de dieren in de opvang niet al te zwaar op de proef gesteld. De ruimte waar de kooien opgestapeld staan, is koud maar vorstvrij. Naarmate de temperatuur verder daalt, krijgen ze een extra dekentje van kranten op hun slaapzak.
schemering
Hoe weet je wanneer een egel naar de opvang moet? Die vraag laat zich volgens Roelofs gemakkelijk beantwoorden. Een gezonde egel laat zich overdag niet zien. Als vrouwtjes jongen hebben, willen ze zich vroeg in de ochtend nog wel eens aan zonlicht en de menselijke blik blootstellen omdat ze extra moeten eten om hun jongen te kunnen zogen. Normaal gesproken laten de dieren zich alleen ’s nachts en in de schemering zien. Egels die zwaar ademend op hun zij liggen hebben zeker hulp nodig, net als diertjes die hevig schudden. ‘Een teken van onderkoeling, het gevolg van voedselgebrek.’
De opvang in Zoetermeer, een van de grootste in het land, beschikt over de ‘egeltelefoon’. Daarmee kan de hulpverlening op afstand al beginnen. ‘Aan de hand van foto’s kunnen we een eerste inschatting maken. Soms is het voldoende om de dieren extra te eten te geven: kattenbrokjes, een hardgekookt ei, een appel of druiven, niet-zoute pinda’s of rozijnen. Water is altijd belangrijk, maar melk is taboe, daar kunnen ze echt niet tegen.’ In het voorjaar zet de opvang de diertjes weer uit. Op vaste plaatsen worden er in april of mei vijf of zes tegelijk losgelaten en soms gebeurt dat na een paar weken nog eens op dezelfde locatie. ‘We willen overpopulatie voorkomen, maar je wil ze ook uitzetten op een plaats waar ze het naar hun zin hebben en niet onder een auto terechtkomen.’ <
Wat schattig RT @RobHeerdink: Hier. Een egel die zich uitrekt. pic.twitter.com/5caQgdTHiM
— Lucile de Groot (@Bluestdun) January 9, 2019
De egel is een algemene soort in West-Europa. Hoewel de dieren populair zijn, is er niet veel over bekend. ‘Het is schokkend, we weten niet eens hoeveel egels er zijn en of het aantal omhoog gaat of omlaag’, aldus Merel Klaarmond, die afgelopen jaar de Egelwerkgroep van de Zoogdiervereniging heeft opgezet.
Egels zitten graag in beschutte delen van parken en tuinen. Volwassen mannetjes kunnen een gewicht van ruim een kilo bereiken. Egels kunnen wel tien jaar worden, maar gemiddeld halen ze een jaar of vijf. Het zijn de enige zoogdieren in onze omgeving die – tussen november en mei – een winterslaap houden. Daaruit ontwaken ze soms enkele uren.
Egels eten wormen, rupsen, slakken, kevers en andere insecten en daarnaast eieren, bessen, fruit en soms een ringslang. Luid smakkend werken ze hun voedsel naar binnen. Hoewel ze opvallend snel kunnen zijn, vluchten ze niet bij gevaar, maar rollen zich op. Zo sneuvelen er nogal wat in het verkeer. Heel af en toe bijt een hond er een dood.
Egels zijn betrekkelijk honkvast al kunnen ze ’s nachts wel een paar kilometer afleggen. Hoewel de mannetjes in de paartijd wel vechten, verdragen de dieren elkaar doorgaans goed.
De paartijd duurt van mei tot augustus. Het vrouwtje krijgt meestal vijf en hoogstens tien jongen die na zes weken zelfstandig zijn en dan, zonder hun moeder, met elkaar optrekken. Klaarmond pleit voor minder tegels in tuinen, zodat de egel gemakkelijker aan voedsel kan komen: ‘Met een opening van dertien bij dertien centimeter in het hek om de tuin houd je katten buiten en kan de egel er toch door. Dat zou ook helpen.’

