Weinig orgaandonatie na euthanasie
Rotterdam
Er zijn jaarlijks naar schatting enkele honderden patiënten die kiezen voor euthanasie, terwijl ze nog volstrekt gezonde organen hebben, legt Stefan Haensel uit. Hij is SCEN-arts en uroloog in het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam. Euthanasie is volgens hem bij uitstek een situatie waarbij orgaandonatie goed te organiseren is, maar vaak is het bij de patiënten in de laatste levensfase niet in beeld. ‘Dat is jammer, omdat er nog altijd mensen op de wachtlijst staan die geen orgaan krijgen.’
Mogelijke donoren zijn mensen die om euthanasie vragen vanwege een ziekte als ALS of – hoewel het een complexe groep is – psychiatrische patiënten. Patiënten met uitbehandelde kanker kunnen geen organen doneren, maar nog wel weefsels zoals oogweefsel, huid of hartkleppen.
Artsen mogen echter volgens de ‘Richtlijn orgaandonatie na euthanasie’ tegen hun patiënten niet beginnen over de mogelijkheid van transplantatie. Dat is begrijpelijk, vindt Haensel, omdat er geen gelijkwaardige relatie is tussen behandelaar en patiënt. En dan kan de vraag snel ervaren worden als druk. Toch zijn patiënten wel degelijk gebaat bij informatie hierover, stelt hij. ‘Mijn eigen ervaring met patiënten die ervoor kozen, is dat hun dood een extra dimensie kreeg.’
Haensel schreef samen met Nichon Jansen (onderzoeker bij de Nederlandse Transplantatie Stichting), Jacob de Boer (arts bij Eurotransplant), en Erwin Kompanje (klinisch ethicus in het Erasmus MC Rotterdam) een artikel over orgaandonatie na euthanasie in Medisch Contact. ‘Deze manier van zingeving bij het overlijden is voor veel patiënten een perspectief dat helaas vaak onderbelicht blijft’, schrijven ze.
De vier specialisten pleiten voor meer bewustwording. Dat kan door middel van brochures op plaatsen waar patiënten vaak komen, zoals wachtkamers, zegt Haensel. Of door een algemene campagne, zoals vroeger via Postbus 51.
Haensel denkt niet dat meer aandacht hiervoor mensen onder druk zet om te kiezen voor euthanasie. Ook Erwin Kompanje, ziet geen morele bezwaren.
geloof
Kompanje ziet wel een ander mogelijk probleem. ‘Ik ben ooit door een donatiefunctionaris in de regio benaderd, die op grond van haar geloof bezwaren had tegen euthanasie. Zij vroeg zich af of ze wel moest meewerken aan de transplantatie na een euthanasie. We hebben dat toen praktisch opgelost door een functionaris uit een andere regio te vragen. Maar hoe zit het met patiënten die organen ontvangen? Stel dat zij uit geloofsovertuiging tegen euthanasie zijn en hun beurt in zo’n geval liever voorbij laten gaan? Voor hen is nu niets geregeld. Ik vind dat je gewetensbezwaren serieus moet nemen. Eurotransplant kan nagaan hoe een donor overleden is, dus dat moet te organiseren zijn.’ <
Organen die na euthanasie geschikt zijn voor transplantatie zijn nieren, longen, lever en alvleesklier. Donatie van het hart is na euthanasie nog niet mogelijk. Weefsels die voor donatie in aanmerking komen zijn oogweefsel, huid, hartkleppen, bepaalde bloedvaten en bot- en peesweefsel.
Voor de donatie van organen is het nodig dat de euthanasie in het ziekenhuis plaatsvindt. Het lichaam moet dan vijf minuten na het vaststellen van de dood naar de operatiekamer. Wie alleen weefsels doneert, kan wel thuis sterven. Het lichaam moet dan binnen zes uur in een gekoelde ruimte zijn voor het uitnemen van de weefsels.
Donatie na euthanasie is niet overal in Europa toegestaan. De organen worden daarom alleen aangeboden in landen waar dit wel mag: Nederland, België en Luxemburg.