Zo werkt de overheid aan een veilig spoor
Hoe zorg je ervoor dat hulpverleners op een veilige manier hulp kunnen verlenen bij een ongeluk op het spoor? Reinier Boeree van het Instituut Fysieke Veiligheid was tot voor kort projectmanager van ‘Samen werken aan veilig spoor’, een programma waarin hulpdiensten uit het hele land samen met ProRail hebben gekeken hoe effectiever en veiliger kan worden opgetreden. Op 2 juli is er een landelijke bijeenkomst over het programma.

1 Wat voor ongelukken gebeuren er zoal op het spoor?
‘Elk jaar vinden er duizenden incidenten plaats op het spoor. Dit varieert van zelfdodingen tot bermbranden, technische storingen, ontspoorde treinen, brand in de trein, een botsing met een voertuig en het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Het maakt niet uit hoe vaak een incident voorkomt: hulpdiensten en ProRail moeten overal op voorbereid zijn.’
2 Wie zijn er allemaal betrokken na ongelukken op het spoor?
‘ProRail is de beheerder van het spoor, samen met de vervoerders van de treinen is zij verantwoordelijk voor het regelen van zaken na ongelukken en het afstemmen met politie, brandweer en/of ambulance. Het verschilt per incident wie er nog meer betrokken is; bij zelfdoding komt er een begrafenisondernemer bijvoorbeeld, bij een treinontsporing moet er een takelbedrijf komen en bij het vrijkomen van gevaarlijke stoffen worden de waterschappen ingeseind als stoffen het water in stromen.’
3 Wat doet het IFV (Instituut Fysieke Veiligheid) om deze ongelukken te voorkomen?
‘Het IFV heeft geen rol in het voorkomen van ongelukken. Wij zijn een kenniscentrum dat valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid. De kennis die we verzamelen, is beschikbaar voor alle veiligheidsregio’s en andere partners in de hulpverlening. Zo stelt het IFV les- en leerstof voor hulpverleners op en probeert het partijen in de voorbereiding op spoorincidenten te verbinden, zodat als er een ongeluk gebeurt, de afhandeling snel en veilig kan verlopen. ’
4 Hoe kan het veiliger voor hulpverleners?
‘Het is belangrijk dat er landelijke afstemming komt tussen hulpdiensten en ProRail. Daarom hebben we in het programma ‘Samen werken aan veilig spoor’ ook landelijke werkwijzers opgesteld. Het idee is dat hulpdiensten zo veel mogelijk gebruik gaan maken van elkaars kennis en kunde. Hulpverleners moeten op elke situatie op het spoor voorbereid zijn, maar het is onmogelijk om van alle specifieke situaties ook inhoudelijke kennis te hebben. ProRail kan de gewenste inhoudelijke kennis over het spoor aanleveren. Een verdergaande samenwerking tussen ProRail en hulpdiensten maakt het mogelijk om veiliger en effectiever op te treden.’
5 Wat is daar nog meer voor nodig?
‘Hulpdiensten moeten terughoudend zijn met het betreden van het spoor. Zelfs als ProRail het treinverkeer heeft stilgelegd, kan er in de eerste periode na het ongeval toch nog een trein aan komen rijden. Hulpverleners zijn zeer gefocust op handelen, maar voor hun eigen veiligheid is het belangrijk dat ze zich aan de regels houden en wachten op de bevestiging dat er echt geen trein meer aan kan komen. Kon je vroeger als hulpverlener misschien nog kijken of er een trein aankwam, tegenwoordig rijden er zo veel treinen op het spoor, dat dat niet meer verantwoord is. In het geval van levensbedreigende situaties, bijvoorbeeld als er iemand bekneld zit, mogen hulpdiensten wat meer risico nemen. Het zal de nodige inspanning vragen om de vereiste terughoudendheid ook daadwerkelijk tussen de ‘oren’ van een grote groep hulpverleners te krijgen.’
6 Is er weleens een hulpverlener omgekomen bij hulp rond het spoor?
‘Voor zover mij bekend is dat nog nooit gebeurd, maar met de huidige omstandigheden, zoals de drukte op het spoor, is het belangrijk om de veiligheid aan te scherpen.’
7 Wat kun je als gewone burger zelf doen om gevaarlijke situaties bij het spoor te vermijden?
‘Ga niet onder de slagboom door en blijf wachten als er nog een rood sein is. Er staat niet voor niets een bordje: er kan nog een trein komen. Op het station kunnen treinen met 120 km per uur voorbijkomen, blijf dus ruim achter de witte tegels op het perron, zeker kinderen. En waag je leven niet door nog de trein in te springen als de conducteur de trein wil sluiten. Klem komen te zitten tussen de deuren als de trein gaat rijden heeft weleens geleid tot doden en gewonden.’
Reinier Boeree: ‘Ga niet onder de slagboom door en blijf wachten als er nog een rood sein is. Er staat niet voor niets een bordje: er kan nog een trein komen. Op het station kunnen treinen met 120 km per uur voorbijkomen, blijf dus ruim achter de witte tegels op het perron, zeker kinderen.’