Slotetappe Aan de ketting: De laatste Joodse veehandelaar
07.15 uur. Zevenaar wordt wakker: het eerste rolluik ratelt op, de stille straat trekt als het ware één ooglid op, argwanend … Overal rolluiken, in de gezellige kleuren beige en bruin. ‘Er zijn geregeld inbraken’, zegt mevrouw Jansen, die op de ND-fiets paste. ‘Vooral alleenstaande vrouwen zijn de dupe. Ja, zoals ik. Maar ik ben niet bang.’
Op naar de Rijndijk. Daar gonst het van voorpret: dit is de laatste dag van de grote, 41e kinderspelweek van Zevenaar. 770 kinderen doen er mee. ‘Hutten bouwen, brood bakken, je eigen krant maken, in de mediahoek ... Dat kost 22 euro en wie niet kan betalen, mag gratis.’ Vrijwilligers Maarten Oostendorp en Wouter van Kuipers schatten het aantal arme kinderen op zo’n vijftig. ‘Lokale ondernemers sponsoren ons fors, ze geven eten en bouwmateriaal.’
De kinderspeelweek in Zevenaar draait op vrijwilligers.
Tijd voor de verrukkelijke dijkweg naar Babberich, Herwen en Elten. Dit Duitse grensdorp hoorde tot 1964 bij Nederland, als goedmaker na de bezetting. De meisjes bij de bakker spreken Nederlands, het carillon speelt ‘Tulpen uit Amsterdam’. Toch jammer dat het niet meer bij ons land hoort.
pittige klim
Hoch-Elten is een pittige klim. In de kerk op de heuvel een beeld van Machutus, ‘beschermheilige tegen verlamming, verzwakking in de ledematen, jicht, zenuwziekten en alle kinderziekten’.
Via Stokkum glip ik ongezien terug het vaderland in, op naar kasteel Bergh. Schitterend, zo goed als het bewaard is. Dankuwel, meneer Van Heek! Deze textielbaron herstelde na 1912 het kasteel. Hij kocht het van Duitse adel, à la Downton Abbey: nieuw geld dat de erfenis van oud geld redt. De Poolse familie Huptys uit Katowice is voor het eerst in ons land. ‘Mijn broer werkt hier’, zegt Monika. Het maakt een beetje trots op Nederland, toeristen uit zo’n kastelenland Polen die komen genieten van Huis Bergh.
Kasteel Huis Bergh.
De weg naar Azewijn, Ulft en Sinderen is een weg van landschapspijn en ruilverkavelingsverdriet. Landbouwmachines beheersen de wegen en spuiten de velden vol stront. Akkerranden vol bloemen, die zie je gelukkig óók. Maar ze ogen een beetje als een gouden ring in een varkenssnuit. Ach, Achterhoek ...
Kop op! De gloednieuwe Achterhoekse vlag wappert fier, ik tel er onderweg zeventien, best veel. Het ontwerp is in 2018 gekozen uit 475 inzendingen: groen, met een kruispunt van zandwegen, van bovenaf gezien. In Aalten vliegt dit fraaie dundoek over de toonbank, ik koop er zelf ook een.
Franz Fremmer (64), Duitse Nederlander, traint zijn achtjarige kleindochter Iza Prinzen, beiden in wielrenpak. ‘Onze club, De Peddelaars in Aalten, is een van de weinige die jeugdfietsers ook echt opleidt.’ Wie weet, waar dat Iza nog zal brengen. ‘Profwielrenner Robert Gesink komt ook uit onze club!’
Franz Fremmer (64) en kleindochter Iza Prinzen (8).
sjoel uit 1857
Dan volgt het belangrijkste moment van de dag. Sallo van Gelder (82) laat me de synagoge van Aalten zien. Als kind in de oorlog stond hij al klaar op een treinperron voor transport naar Duitsland, toen een verzetsvrouw, vermomd als non, hem onder haar rokken in veiligheid bracht.
Van Gelder is de laatste Joodse veehandelaar van de Achterhoek. ‘Ik ga nog vrijwel dagelijks de boer op. Een mens moet niet verroesten, je moet verslijten.’
Bij de teloorgang van het Joodse leven buiten Amsterdam verbleekt de landschapspijn.
De laatste minjan, de vereiste tien mannen? ‘Met chanoeka, december 2018.’ In de kleine sjoel uit 1857 deed hij bar mitswa. ‘De Duitsers roofden het interieur. Het gebouw bleef, de christelijke aannemers in het dorp wilden het niet afbreken.’ Ernaast staat het huisje van de rabbijn. ‘De rabbijn is eruit gesleept, niemand wilde daar later ooit nog wonen.’
Nu wil hij dat zélf. Om zo de sjoel in het oog te houden. ‘Ik moet het echter wel eerst bewoonbaar maken. Maar na mijn dood vervalt die woonbestemming weer.’
Dat laatste punt zint hem lang niet. Het is dus nog niet zover. Een lichtpunt, in de schemertijd van het Joods-Achterhoekse leven, is het boek dat in mei verscheen over deze markante, bekende Aaltenaar: Sallo’s ontsnapping. Helemaal uitverkocht. Dat siert Aalten.
Hilbrand Rozema, redacteur
traject
Zevenaar-Aalten
61 km
totaal afgelegd: 1695 km
diepste gedachte
Sjabbes, zaterdag. Maar geen tien Joodse mannen meer in Aalten om het te vieren.
niet om aan te zien
De fietswegwijzers van Elten naar ‘s-Heerenbergh: meer, en beter, graag.
uitspraak van de dag
‘Een mens moet niet verroesten, een mens moet verslijten.’
glimlach van de dag
De achtjarige Iza Prinzen, in vol racefiets-ornaat getraind door haar opa Franz.
? dit was de laatste ‘aan de ketting’.