‘Het moet stoer worden het voor een ander op te nemen’
Met de Week Tegen Pesten wil Stichting School en Veiligheid scholen helpen het nieuwe seizoen goed te beginnen. ‘Om pesten te stoppen of te voorkomen is het zaak het groepsproces te veranderen.’
Utrecht
Mensen buitensluiten is iets van alle tijden. Maar pas sinds de jaren 90 van de vorige eeuw wordt pesten ook echt als probleem gezien. Een van de manieren om aandacht te vragen voor het probleem is de week van het pesten, dit jaar van 23-27 september. Stichting School en Veiligheid wil daarmee scholen helpen het nieuwe seizoen goed te beginnen.
Het zit in de mens, aldus Beau Oldenburg, onderzoeker bij de Rijksuniversiteit Groningen naar pesten. ‘Pesters pesten om stoer of populair te willen zijn. Door dit aan de groep te laten zien verhogen ze hun sociale status. De meeste kinderen willen wel ingrijpen, maar weten niet hoe ze dit het beste op een veilige manier kunnen doen. Om pesten te stoppen of te voorkomen is het zaak het groepsproces te veranderen. Het moet stoer worden wanneer je het voor een ander opneemt. Zo wordt helpen beloond en durven omstanders het voor het slachtoffer op te nemen.’
Pas eind vorige eeuw werd de rol van het groepsproces erkend. ‘Dit was echt een revolutie’, zegt Oldenburg. ‘Wetenschappelijk onderzoek naar pesten kwam toen in een stroomversnelling. Daarvoor werd vaak gezegd: pesten hoort erbij, je wordt er alleen maar sterker door. Of, het ligt aan jezelf. We moeten er echt voor oppassen de schuld bij het slachtoffer te leggen. Nog te vaak wordt een slachtoffer verteld dat hij weerbaarder moet zijn. Maar het machtsverschil in de relatie tot de pester maakt juist dat het heel moeilijk is om iets te doen tegen het pesten.’
zes rollen
Bij de aanpak van pesten ligt de verantwoordelijkheid dan ook bij de school, zegt Oldenburg. ‘Daar vindt het groepsproces en het pesten meestal plaats.’
Carolien Rieffe sluit hierbij aan. Rieffe is hoogleraar en ontwikkelingspsycholoog aan de Universiteit Leiden en betrokken bij De Week Tegen Pesten. ‘Anti Pestprogramma’s die het effectiefst blijken zijn, richten zich op het groepsproces. Ze zijn gericht op acceptatie, ook als iemand misschien ‘anders’ is. We moeten elkaar leren: iedereen hoort erbij. Anders zijn heeft juist meerwaarde. Want diversiteit zorgt ervoor dat je als groep creatiever en productiever bent.’
Als voorbeeld van een succesvol antipestprogramma’s noemen de onderzoekers KiVa, een veel gebruikt, van oorsprong Fins programma, gericht op het versterken van de sociale veiligheid en het tegengaan van pesten op basisscholen.
Het thema van de Week Tegen Pesten 2019 is: ‘Wees een held, met elkaar’. Oldenburg heeft hiervoor samen met Jan Peeters van Studio Pencl een illustratie gemaakt over de zes rollen (slachtoffer, pester, assistent, versterker, verdediger en buitenstaander) die kinderen in pestsituaties vaak aannemen. Docenten kunnen de poster in de klas bespreken, de verschillende rollen en de bijkomende gevoelens benoemen en uitleggen hoe de groep hiermee om kan gaan.
illusie
Is pesten helemaal uitbannen niet een illusie? Rieffe: ‘Misschien wel, maar steeds meer scholen begrijpen dat de school zelf verantwoordelijk is voor pestgedrag en niet degene die gepest wordt. Deze mentaliteitsverandering is heel belangrijk: wij hebben de verantwoordelijkheid het groepsproces in goede banen te leiden. Ook ouders hebben hierin een rol. Blijf het bespreken met je kinderen. Leg uit dat niets doen wanneer je ziet dat iemand gepest wordt, je zelf ook tot een pestkop maakt. Want als niemand de pester steunt dan blijft er een zielige pester over en valt het hele mechanisme in duigen.’ <